Inhoud
Corona-crisis ontmaskert Nederland als exporteur van dierenleed
De Corona-crisis brengt overtuigend aan het licht hoe zeer de ‘veehouderijdieren’ in Nederland misbruikt worden voor de export en dus de hebzucht van een industrie die letterlijk over lijken gaat.
Nertsen
De nertsen zijn het meest recente slachtoffer. Op twee Noord-Brabantse pelsdierfokkerijen vertoonden dieren maag- en darmproblemen en ademhalingsmoeilijkheden als gevolg van corona. We weten dat in deze sector zieke dieren onmiddellijk worden afgemaakt, doodsbang als men is voor een besmettelijke uitbraak. Over het ruimen van alle dieren op de bedrijven wordt (nog) niet gesproken; ook omdat ze voorlopig testsubjecten zijn voor corona onderzoekers.
Waarschijnlijk werd covid-19 in deze gevallen overgedragen van mens op dier, waarmee de cirkel weer rond is voor het virus dat waarschijnlijk zijn oorsprong kende op een Chinese ‘wetmarket.’
‘Wij’ Nederlanders dragen geen nertsenbont meer. Alle pelsen gaan naar het buitenland tot deze industrie in 2024 in Nederland eindelijk zijn deuren moet sluiten.
Leghenkuikentjes
De vele gecancelde vluchten naar derde landen vanwege de uitbraak van het coronavirus hebben ook gevolgen voor de afzet van eendagskuikens in de legsector. Eendagskuikens gaan normaliter met zogenoemde combivluchten (vracht en passagiers) naar, bijvoorbeeld, Midden-Afrika. Het gros van deze vluchten is gecanceld. De sector wil niet zeggen hoeveel eendagskuikens afgemaakt worden. Iedere maand gingen 1,7 miljoen Nederlandse eendagskuikens naar derde landen dus de slachtoffer aantallen lopen waarschijnlijk in de miljoenen.
Begin mei staat de export van leghenkuikens naar zogeheten derde landen als Ivoorkust, Oeganda of Congo nog steeds nagenoeg stil omdat er sinds 20 maart niet meer gevlogen wordt op die landen vanuit Amsterdam, Brussel, Luxemburg of Duitse luchthavens. In de week van maandag 23 maart kampten Nederlandse legbroederijen voor het eerst met dit probleem. "Voor een deel van de 500.000 tot 800.000 leghenkuikens is toen geen andere bestemming gevonden waardoor die kuikens zijn geëuthanaseerd. Dat kostte de legbroederijen gezamenlijk 1,1 miljoen euro,” zegt Anton Butijn, voorzitter van brancheorganisatie COBK (Centrale Organisatie Broedeieren en Kuikens). 1 Normaliter gaat het wekelijks om 500.000 tot zo’n 800.000 leghenkuikens. Nu kunnen Nederlandse legbroederijen deze tijdelijk exporteren naar Oost-Europese afnemers omdat daar veel leghennen geruimd zijn als gevolg van hoog pathogene vogelgriepuitbraken. Maar dat kan niet weken of maanden zo doorgaan.
Bovenstaande maakt duidelijk dat Nederland dierenleed exporteert naar ontwikkelingslanden, dat deze industrie honderduizenden dieren vermoord om puur economische redenen, dat alleen de daar aan verbonden kosten de fokkers interesseren, en dat de massamoord op leghennen in Oost-Europa vanwege een andere pandemie een nieuwe markt creëert voor overtollige Nederlandse kuikens ....
In antwoord op Kamervragen bevestigde minister Schouten het afmaken van de kuikens: "COBK heeft mij geïnformeerd dat er circa 700.000 eendagskuikens zijn gedood als gevolgd van de annulering van een aantal vluchten waarmee eendagskuikens vervoerd zouden worden. Over informatie omtrent het aantal moederdieren dat vervroegd geslacht is als gevolg van exportbeperkingen beschik ik niet." 2
Kalveren
De kalverslachterijen hebben de afgelopen weken op halve capaciteit gedraaid als gevolg van de zeer geringe vraag en de afzeggingen van bestellingen. Zo’n 95% van het kalfsvlees gaat normaal gesproken naar het buitenland, vooral ook buitenlandse horeca, maar grote delen van Europa zitten op slot. De vraag vanuit de belangrijkste afzetlanden Italië, Frankrijk en Spanje is vanwege de coronacrisis al meer dan een maand nihil. Omdat er zo weinig geslacht wordt, blijven de vleeskalveren op de mesterijen staan en komen er op de bedrijven ook weinig plaatsen vrij voor jonge kalveren. De prijzen van zogenaamde 'nuchtere' kalveren zakten in elkaar, nu er minder vraag is naar kalveren maar er vanuit de melkveehouderij natuurlijk wel gewoon ‘afvalkalfjes’ worden aangeboden. Een koe blijft immers geen melk - ook al zo’n groot Nederlands exportproduct - geven zonder een kalfje te krijgen. De slachthuizen zouden het liefst voorlopig helemaal stoppen met slachten, maar dan stort het systeem van uitbuiting in elkaar.
Eenden
Eendenslachter Tomassen Duck-To uit Ermelo, spil van de volledige eendenindustrie in Nederland, besloot vanaf maandag 30 maart geen eendenkuikens meer te plaatsen in de ongeveer 50 Nederlandse eendenschuren, omdat de afzet van eendenvlees naar de horeca en de export nagenoeg stil ligt vanwege de corona-crisis. Het bedrijf slacht de komende weken nog door, maar alle karkassen worden ingevroren. In mei stopt de slachtlijn als ook de nu overbodige moederdieren, die de eieren leggen waaruit de ‘vleeseenden’ geboren worden, voortijdig zijn geslacht.
‘Vleeskuikens’
Ook de vraag naar kippenvlees is ingestort. Halvering van het gebruikelijke volume van ketens als McDonalds en KFC werd eerst nog opgevangen door het hamster-gedrag van de bevolking in de supermarkten. De pluimveeslachthuizen vroegen aan het begin van de corona-crisis nog gretig om extra uren. Binnen twee weken na de ‘lockdown’ daalde de vraag naar grilkip (de kuikenlijken die je ziet roteren in grilauto’s, marktkramen en bij slagers) met 50 tot 70%. Dit wordt vooral ook veroorzaakt door het verlies van de Duitse markt.
Een Nederlandse slachter zegt: “Onze afzet van kip is binnen twee weken 80 tot 90% gedaald. En dat wat er verkocht wordt gaat voor lagere prijzen weg.” Kuikens worden nu enkele dagen langer in de schuren gehouden en er worden minder nieuwe kuikens geplaatst. Zowel Vlaamse als Nederlandse slachters vragen om een reductie van 25% vanwege de fors lagere vraag naar kip en pogen de overgebleven broedeieren te exporteren.
De vee-industrie is een levensbedreigend kwaad
Het is onbetwistbaar dat de vee-industrie voor enorme problemen zorgt die de mens en alle andere levende wezens op de planeet bedreigen. De recente stikstof perikelen zijn daar slechts een voorbeeld van.
Ook deze zomer zal het weer over droogte gaan en het beregenen van veevoedergewassen; over hoe de warmere en drogere zomers veroorzaakt worden door klimaatverandering en hoe groot de bijdrage hieraan is van de uitstoot van broeikasgassen door de vee-industrie.
Ondertussen wordt het voor de veeboeren, consumenten en overheid steeds moeilijker om het structurele dierenleed in de veehouderij en slachthuizen te ontkennen; de beelden blijven komen.
De corona-crisis laat zien dat de impact van een zoönose, een van andere dieren op mensen overgedragen ziekte, een ongelofelijke omvang kan aannemen. Deze keer was het waarschijnlijk een ‘wetmarket’ in China, maar de veehouderij is natuurlijk een enorm reservoir aan virussen, die potentieel, in bestaande of gemuteerde vorm, ook mensen ziek kunnen maken.
Nederland is een van de meest vee-dichte landen ter wereld. We zijn de tweede exporteur van landbouwproducten. Aan veel van die producten kleeft dierenleed. Aan veel van die producten worden daarnaast het klimaat, de natuur en de volksgezondheid van de (plattelands)bevolking opgeofferd. Het is tijd om hiermee te stoppen!
Een werkelijke oplossing voor het dierenleed en alle andere problemen waarvoor de vee-industrie verantwoordelijk is, is inzetten op een snelle, volledige eiwittransitie van dierlijke producten naar plantaardige.