Inhoud
Corona & de konijnenhouderij
Uit experimenteel onderzoek - infectie-experimenten bij de EUR - is gebleken dat konijnen gevoelig zijn voor infectie met SARS-CoV-2. Uit voorzorg werd het Deskundigenberaad zoönosen (DB-Z) hierover om advies gevraagd.
In de Kamerbrief van 8 mei 2020 werd een serologisch onderzoek aangekondigd op konijnenbedrijven in dezelfde regio als waar de besmette nertsenbedrijven liggen. Het onderzoek bestond uit een vrijwillige screening door middel van bloedonderzoek bij 18 konijnenbedrijven: alle konijnenbedrijven in Noord-Brabant en Limburg (n=16) en één in Overijssel en één in Friesland. De laatste twee bedrijven werden onderzocht om ook monsters van buiten het Covid-19 risico gebied te hebben.
Dit onderzoek is afgerond en alle bloedmonsters zijn serologisch negatief getest, lieten de ministers weten in de Kamerbrief van 17 juli. Door WBVR en EMC konden geen afweerstoffen bij konijnen van de onderzochte bedrijven worden aangetoond. Het OMT-Z concludeert op grond van die gegevens dat de serologische screening van de 18 konijnenbedrijven geen aanwijzing geeft voor aanwezigheid van SARS-CoV-2 op konijnenhouderijen.
Internationaal zijn er ook (nog) geen aanwijzingen die duiden op mogelijke besmettingen met SARS-CoV-2 bij konijnen, noch bij bedrijfsmatig gehouden konijnen noch bij konijnen die als huisdier gehouden worden. Die aanwijzingen waren er ook niet bij nertsen tot het eerste geval in april in Nederland.
In de Kamerbrief van 10 juli werd aangekondigd dat om een volledig beeld te krijgen, de serologische screening wordt uitgebreid naar alle konijnenbedrijven in Nederland. Deze screening op de overige (ongeveer 22) konijnenbedrijven vond in juli plaats.
In de Kamerbrief van 28 augustus meldt de Rijksoverheid: “De serologische screening op de resterende konijnenbedrijven is afgerond. Alle bloedmonsters zijn negatief getest. Dat betekent dat op geen van de konijnenbedrijven in Nederland SARS-CoV-2 heeft gecirculeerd.”
De 40 Nederlandse konijnenfokkers houden ruim 300 duizend konijnen, net als de nertsen voornamelijk in kleine gazen kooitjes. Ook hier is er op bepaalde momenten nauw contact tussen de fokker en de dieren die hij gevangen houdt: bij het insemineren van de moederdieren, bij het spenen van de jongen en bij het in kratten plaatsen van de dieren voor transport naar het slachthuis.
De aangenomen motie van 23 juni ging niet uitsluitend over nertsen maar over een verbod op het beroepsmatig fokken van alle dieren die bevattelijk zijn voor het coronavirus (en niet slechts de dieren die met corona besmet zijn).
Laten we deze vreselijke industrie ook meteen beëindigen!