Inhoud
De inspectierapporten van 2023 - Ellende bij eendenslachter Tomassen onveranderd
Animal Rights en omwonenden van het eendenslachthuis in Ermelo vragen al jaren de inspectierapporten op die worden opgesteld door NVWA-inspecteurs. Zo ook voor 2023.
In juli 2023 ontvingen we de inspectierapporten van de eerste vier maanden van 2023. In augustus het restant van april en mei en eind september die van juni en juli. 17 November ontvingen we de stukken van augustus en september, 23 januari 2024 die van oktober en november en uiteindelijk 13 februari die van december. Na analyse van de documenten kan de conclusie alleen maar zijn dat de ellende voor de eenden bij Tomassen onveranderd gewoon door gaat.
Lees ook: OOK IN 2022 ONBESCHRIJFELIJK DIERENLEED BIJ EENDENSLACHTER TOMASSEN DUCK-TO
Zoals altijd worden er weer legio overtredingen begaan met betrekking tot condens, hygiëne, administratie en etikettering/verpakking, die ons als dierenrechtenorganisatie wat minder interesseren, maar tekenend zijn voor de mentaliteit in het slachthuis.
Ook aan het cameratoezicht mankeert wel eens wat; op 11 juli: “ingang van het waterbad is niet goed in beeld.”
Op 5 augustus: ”ingang bedwelmingsplaats niet goed in beeld.” Op 31 oktober: ”bedwelmingsplaats binnentreden niet goed te zien op de camera.” En: ”bloedgoot niet volledig in beeld.”
Cameratoezicht doet uiteindelijk niets voor de dieren. Het onrecht en leed dat de eenden wordt aangedaan is onveranderd.
Nog altijd ‘rugliggers’
Op 12 & 26 januari, op 13, 20 & 28 februari, op 21 maart, op 23 juni, op 24 juli, op 2 augustus, 16, 18, 26 & 31 oktober, 2, 22 & 23 november en op 14 & 22 december zien de NVWA-inspecteurs ‘rugliggers’ die niet door het slachthuispersoneel werden opgemerkt bij de verplichte welzijnscheck van aangevoerde eenden.
Bijvoorbeeld op 4 september noteert een NVWA-inspecteur: ”2 keer rugligger niet opgemerkt in koppel dat in de wachtruimte stond en al door het bedrijf gecontroleerd was.” Ook op 8 september is de ”welzijnscheck door slachthuis bij aankomst onvoldoende”. 2 November: ”1x rugligger levend, 1x rugligger dood in aanvoerhal”. 20 December: ”2 levende rugliggers en 1 dode rugligger“.
Er volgen geen rapporten (van bevindingen) en dus ook geen waarschuwingen of boetes.
Animal Rights zal hier een handhavingsverzoek voor indienen bij de NVWA.
Nog altijd een ruwe behandeling van eenden
Op 9 januari worden opnieuw eenden te ruw opgehangen. Ook dit keert iedere keer opnieuw terug in de NVWA-inspectierapporten. Er wordt geen rapport geschreven en dus niet beboet.
Nog altijd loslopende eenden
Ook nu weer ontsnappen eenden en lopen los rond in het slachthuis. Dit is niet alleen uiterst stressvol voor de dieren, het is ook in strijd met de Wet. Op 17 maart ziet een NVWA-inspecteur drie loslopende eenden onder het ophang bordes. Op 13 april loopt er een eend los in de aanvoerhal. 18 Juli: “loslopende eend thv de aanhangers welke toen richting sorteren kleintjes liep”.
Nog altijd misstanden bij storingen
Ook bij storingen wordt er (opnieuw) niet adequaat gehandeld. Op 17 april, om “6:30 tijdens een storing worden de dieren niet uit de haken gehaald, zelfs als ze langer dan de wettelijke toegestane maximale tijd van 2 minuten (5 minuten volgens het bedrijfsprotocol in geval van storing) aan de haken hangen.”
Op 21 juli: “na storing functioneerde waterbad niet, direct proces gestopt”, “niet verdoofde eenden van haken gehaald”, “na maning door mij dieren tussen waterbad en aansnijmachine handmatig aangesneden”.
Nog altijd misstanden bij het slachten
Ook bij het slachten zelf (het doorsnijden van de keel van de eenden) lijken geen verbeteringen te worden geboekt:
4 januari: automatisch mes mistte veel eenden.
8 februari: meer dan 10% van de eenden is niet correct aangesneden (minder dan 4 bloedvaten opengesneden). De instelling van de automatische mes en de controle daarop is onvoldoende.
24 april: halsslagaders of toevoer vaten worden niet goed aangesneden.
26 april: halsslagaders of toevoer vaten worden niet goed aangesneden.
Het lijkt er op dat de NVWA dit steeds terugkerend mankement in het slachtproces gaat aanpakken. Op zowel 19 juni als 3 juli meldt de NVWA-inspecteur van dienst dat voor het niet doorsnijden/aansnijden van beide slagaders reeds een Rapport van Bevindingen in behandeling is. Dit zou de opmaat kunnen zijn naar een last onder dwangsom.
Lees ook: WACHT EENDENSLACHTER TOMASSEN EEN NIEUWE LAST ONDER DWANGSOM VOOR PROBLEMEN IN HET SLACHTPROCES?
23 augustus: ”3 voorbeelden van niet volledig aangesneden eenden aan bedrijfsleider laten zien en besproken.” Er wordt geen rapport van bevindingen opgesteld. Opnieuw wordt met betrokkenen afgesproken de aansnijder zo in te stellen ”dat de vier grote bloedvaten in de nek worden aangesneden”.
Een dag later: ”incidenteel zijn bij een geslachte eend niet alle 4 de grote bloedvaten aangesneden […] afstelling aansnijmes is zeer verbeterd maar nog niet 100%”.
Nog altijd hittestress
Bij het informatieverzoek (via de Wet open overheid (Woo)) zijn ook een aantal notulen meegeleverd van bedrijfsoverleg tussen de NVWA en eendenslachter Tomassen. Een terugkerend onderwerp is hittestress bij de eenden. De suggestie is dat Tomassen niet alleen te weinig doet maar ook weinig gemotiveerd is: “[…] benoemt dat de locatie rechts achterin de aanvoerhal (onder DBP) slecht is wat betreft klimaat. Bedrijf zou moeten overwegen daar geen containers neer te willen zetten. Tomassen zou dergelijke zaken zelf moeten constateren, dit kan alleen door continu de dieren te monitoren én regelmatig metingen te doen. Daar zou op warme dagen iemand continu iemand mee bezig moeten zijn. Proactief zijn, voorkomen dat er verschijnselen van hittestress ontstaan, al voor er sprake is van DOA (kan heel snel gaan!).”
Er wordt ook meteen op gewezen dat de belading “gisteren” (13 juli 2022) niet gebeurd is volgens het eigen hitteprotocol. “Per lade 14 eenden omschreven, echter zaten 16 eenden per lade in.”
Hetzelfde gebeurde op 20 juni: “De eenden tonen lichte verschijnselen van hitte stress, ze zouden met 14 stuks in de la worden geladen maar onder druk van de boer als nog met 16 stuks geladen en dat voor een dag die 29 graden wordt is niet verstandig.”
De NVWA-inspecteur voegt er aan toe: “Het bedrijf moet preventief gaan werken vooral met warme dagen en dat betekend minder bezettingsgraad in de kratten.”
Op 3 juli zijn er opnieuw “lichte tekenen van hitte stress bij enkele dieren vlak na afladen”.
Aan het hitteprotocol van Tomassen zelf mankeert ook nog al wat. Er staat bijvoorbeeld in: “Indien de eenden bij calamiteiten extreme hittestress vertonen, worden de eenden in overleg met én in aanwezigheid van de toezichthouder beneveld/ nat gesproeid.”
De reactie van de NVWA: “Tomassen mag de dieren niet natspuiten (ook niet bij R&O), dit zou niet in een protocol moeten staan. Lucht verneveling in de aanvoer mag. Natspuiten mag niet.”
Ook wil Tomassen ter afkoeling rondjes gaan rijden met vrachtwagens vol eenden: “… transport met eenden die al op het bedrijfsterrein van de slachterij zijn gearriveerd, deze mag verlaten om rond te rijden om op deze manier luchtcirculatie te creëren en zo hittestress bij de dieren te voorkomen.”
De NVWA: “Eenden die al op het SH terrein staan mogen het niet verlaten zonder toestemming van de NVWA (teamleider en aanwezig toezichthouder). (Volgens Vo 2019/627 art 43 lid 6).”
Tomassen probeert bij de NVWA af te dwingen dat bij zomerse temperaturen de NVWA de slachttijden vervroegt: “Bij een omgevingstemperatuur > 35 °C ter plaatse van laden wordt niet geladen, onder de voorwaarde dat afspraken met de toezichthouder gemaakt zijn dat op de gevraagde, en in dit kader gewijzigde, tijden op de dag (in de nacht) personeel voor het wettelijke vereiste toezicht bij slachten geleverd zal worden 7 dagen per week.”
De NVWA is daar kort over: “Boven > 35 °C mag geen transport plaatsvinden.”
Op 18 augustus noteert een NVWA-inspecteur: ”zonder duidelijke aanwijsbare oorzaak te veel DOA’s”.
Nog altijd eenden met pathologische afwijkingen
De meest voorkomende pathologische afwijking bestaan uit vangletsel. 15 November: ”omvangrijk letsel”. 16 November: ” letsel poot/dij”. 28 December: ”omvangrijk letsel vleugel”.
Op 11 oktober ziet een NVWA-inspecteur ”eendenvlees (schenkels) met ernstige kneuzingen zichtbare bloedingen in vleeskratten voor vlees met B kwaliteit” De ”criteria B vlees lijken onduidelijk, vlees met zichtbare bloedingen is geen B kwaliteit maar cat.3.”
Eenden aangevoerd uit gesloten vogelgriep gebied
Uit de notulen blijkt ook dat Tomassen in juli 2022 eenden heeft aangevoerd vanuit een vogelgriep bewakingszone: “ … dat er recentelijk op vrijdag een koppel eenden van […] vanuit bewakingszone aangevoerd is, terwijl het gebied gesloten was t.g.v. een nieuwe uitbraak Hierden.”
Op 5 december 2023 wordt een export door Tomassen geweigerd: ” De exportlocatie bevindt zich op het moment van de export naar Kosovo in een door HPAI beperkt gebied.”
Het is een ieder natuurlijk al lang bekend dat wetten en regels voor Tomassen weinig betekenen.
“Slechte kuikenkwaliteit”
Ook wordt er gesproken over de “slechte kuikenkwaliteit” ten gevolge van “het inleggen van oude eieren” door vogelgriep. “Was sprake van een slecht koppel. Bij dergelijke koppels ook veel achterblijvers, die gedood worden op de slachterij: uitselecteren na pluktrommels van dergelijke "kleintjes". Aandacht voor juist vastleggen van deze dieren. Op bedrijf zelf moeten niet-transportwaardige dieren uitgeselecteerd worden, mogen niet op transport.”
Het lijkt er dus op dat niet-transportwaardige eenden - de achterblijvers”/“kleintjes” - toch door eendenboeren op transport worden gezet, zodat het slachthuis deze moet doden en zij er vanaf zijn.
Overtreding ‘stun-stick’ interval
Een overtreding die we voor het eerst genoteerd zien, maar naar alle waarschijnlijkheid sinds de oprichting van het slachthuis wordt begaan is het overschrijden van het stun-stick interval, de tijd die verstrijkt tussen het verdoven en het daadwerkelijk doden van de eenden.
11 januari: stun stick interval is langer dan 18 seconden.
20 maart: te lange stun sticktijd.
24 maart: tijd tussen bedwelming en snijden meer dan 10 sec.
30 maart: interval bedwelmen - snijden is te lang.
Het wordt niet alleen genoteerd, de NVWA lijkt er zowaar ook tegen op te (gaan) treden.
Lees ook: EENDENSLACHTER TOMASSEN STEEDS VERDER IN HET NAUW - DEEL 1
Uit de inspectierapporten van juni en juli blijkt dat de NVWA praktisch iedere slachtdag het zogenaamde stun-stick tijdsinterval heeft gemeten en te lang heeft bevonden (meer dan 10 seconden). Ook in augustus en september wordt deze overtreding iedere slachtdag opnieuw genoteerd, soms met de bijbehorende waardes, zoals op 24 augustus: ”de tijd tussen bedwelmen en aansnijden duurt 17 (automatische mes) resp. 37 (nasnijder)”.
Op 11 september wordt een nieuw Rapport van Bevindingen opgemaakt: ”Wij stelden vast dat de dieren niet zo spoedig mogelijk na het toepassen van een eenvoudige bedwelming werden aangesneden om te verbloeden. Wij zagen dat de tijd tussen het uittreden van de eenden uit het elektrische waterbad en het verbloeden 18 seconden was tot het mechanische mes en 29 seconden tot aan de nasnijder. Dit is vastgesteld met behulp van een stopwatch na de pauze waardoor goed te zien was wanneer de eerste eend het waterbad verliet en wanneer deze bij het automatisch mes en de nasnijder aankwam.
Indien de bandsnelheid lager wordt gezet, wat soms nodig is bij zwaardere eenden, dan wordt het interval stun-stick tijd nog wat langer.”
Ook op 12 en 14 september word een RvB aangezegd maar deze zit niet bij de stukken.
Op 5 september geeft het bedrijf aan ”het resultaat van het WUR onderzoek af te willen wachten”. Na 19 oktober stopt de NVWA met het iedere slachtdag noteren van deze overtreding.
Animal Rights
De misstanden in dit slachthuis vooroorzaken leed en stress bij de eenden. De misstanden duren al jaren voort zonder dat er iets aan gedaan wordt. Dit ligt aan Tomassen én aan de NVWA/LNV. De NVWA leek dit jaar op een enkel punt eindelijk op te gaan treden, maar juridische procedures verhinderen dat dat snel tot veranderingen leidt.
Animal Rights is van mening dat de NVWA de erkenning van het het slachthuis dient in te trekken, zodat het zijn deuren moet sluiten.