Main content

Inhoud

De kroniek van een aangekondigde wolf

Nieuws: 8 september 2023
Slacht

De onwil van de NVWA om handhavend op te treden tegen dierhouders die hun dieren niet of onvoldoende beschermen tegen roofdieren zoals Artikel 1.6, derde lid, van het Besluit houders van dieren (Bhd) eist, is doorspekt met het waanidee dat de wolf onverwachts in Nederland is opgedoken en de dierhouders dus geen tijd hebben gehad om zich hierop voor te bereiden.

De afwijzingen van de handhavingsverzoeken van Animal Rights doorspekt het liever-lui-dan-moe overheidsorgaan met zinnen als:
“Gelet op de omstandigheid dat de wolf zich pas relatief recent opnieuw heeft gevestigd in Nederland en de transitieperiode die de vestiging van de wolf met zich brengt, acht de NVWA veehouders die thans nog geen wolfwerende beschermingsmaatregelen genomen hebben op dit moment niet in overtreding van artikel 1.6, derde lid, van het Besluit houders van dieren.”

Of, geplukt uit het concept Interprovinciaal Wolvenplan van 27 juni 2022:
”Maar schade door wolven is nog een betrekkelijk nieuw fenomeen, waarop veehouders zich nog maar beperkt hebben kunnen voorbereiden. Vooralsnog komt daarom alle schade door wolven in aanmerking voor een tegemoetkoming.”

Volstrekt gedateerd zijn de ‘wolvenplannen’ van de verschillende provincies die de NVWA aanhaalt:
“Omdat er tot nu toe sprake is van een enkele zwervende wolf in Nederland wordt schade door de wolf als onvoorzienbaar aangemerkt. Daarom wordt, om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen, van grondgebruikers niet verlangd dat zij preventieve middelen inzetten om het risico op wolvenschade te verkleinen.”

Ook in de ‘Conclusie’ komt de NVWA daar op terug:
“De wolf heeft zich pas relatief recent opnieuw gevestigd in Nederland. Nederland bevindt zich momenteel dan ook in een transitiefase in relatie tot de wolf. Tijdens deze fase acht ik nog geen wettelijke verplichting tot bescherming voor de wolf aanwezig.”

Dit blijft ook de kern van het NVWA-verhaal in de 'Beslissing op bezwaarschrift’ van 21 augustus 2023:
“Ik ben voorts van mening dat niet gesteld kan worden dat er door schapen niet of onvoldoende te beschermen tegen de wolf, sprake is van een overtreding van artikel 1.6, derde lid, van het Bhd.”

Dit is natuurlijk een volstrekt absurde ‘mening’ van de NVWA die nooit stand kan houden voor een rechter. Artikel 1.6, derde lid, van het Besluit houders van dieren 1 is overduidelijk:
”Een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen slechte weersomstandigheden, gezondheidsrisico’s en zo nodig roofdieren.”
Het is nodig, want er vallen slachtoffers onder gehouden dieren en gemeenschapsgeld wordt verbrast aan het vergoeden van deze ‘schade’.
Er wordt in de Wet niet gesproken over transitieperiodes of compensatie van schade, en overigens ook niet over wolf-werende hekken. De Wet zegt dat er een bescherm-plicht is voor de dierhouders is en daarmee is er een handhaaf-plicht voor de NVWA.

Dat de wolf pas sinds een korte periode in Nederland is, is niet van belang voor die bescherm-plicht; ook niet of een wolf gevestigd of zwervend is. Dat men sinds lange tijd kon weten dat de wolf onderweg was naar onze regionen is echter onbetwistbaar en heeft Animal Rights voor de NVWA nog eens uitgespeld.

Geschiedenisles

Het landschap van Europa werd lang ingericht en bewerkt door vele, kleine keuterboertjes die daarnaast vaak enkele koeien, schapen of geiten hielden. Ze vulden de voorraadkast aan met het schieten of strikken van ieder ‘stuk wild’ dat ze te pakken konden krijgen. Toen ree, hert en zwijn steeds veelvuldiger in de kookpotten van de uitdijende bevolking verdween, waren wolven genoodzaakt om ook op landbouwhuisdieren te jagen. Vervolgens werden ze genadeloos vervolgd. Eind negentiende, begin twintigste eeuw werden in West Europa de laatste wolven uitgeroeid.

Na de Tweede Wereldoorlog werd het ‘IJzeren Gordijn’ opgericht, de scheidingslijn tussen het communistische Oostblok en het kapitalistische Westen. Het ‘IJzeren Gordijn’ bestond uit mijnenvelden, tankgrachten, prikkeldraad, wachtposten en torens en liep van de Barentszzee tot aan de Zwarte zee. Het sloot de terugweg voor overlevende wolven vanuit Oost Europa naar het Westen ruim 40 jaar grotendeels af.

Na de ineenstorting van het Communisme begon Hongarije als eerste met het afbreken van de versperringen op 2 mei 1989. Toch lijkt het tot eind jaren ’90 geduurd te hebben voordat de eerste wolven Duitsland introkken ( want ook in de voormalige DDR werden ze resoluut afgeschoten), vanuit Polen naar de deelstaat Saksen.
Het ijzeren gordijn was niet helemaal ‘wolf-proof’ en al tientallen jaren werden wolven met enige regelmaat in Noordoost-Duitsland gezien, maar zich permanent vestigen deed de wolf zich pas in 2000 in Saksen.
Een verklaring dat het nog zo lang duurde, is mogelijk te vinden in onderzoek naar edelherten. Tussen het Bohemer Woud en het Beierse Woud stond destijds onder meer een elektrische afrastering. Uit onderzoek, onder andere met gps-apparatuur, bleek dat de edelherten in het gebied zich 25 jaar na de afbraak van het IJzeren Gordijn nog altijd aan deze nu denkbeeldige barricade hielden.

Vanaf de vestiging in Saksen, bijna 25 jaar geleden, kon men in Nederland weten dat deze opmars uiteindelijk ook Nederland zou bereiken. Het is inherent aan de biologie van de wolf. Jonge wolven verlaten hun ouderlijk territorium op zoek naar een nieuw gebied om een eigen territorium en een familie te stichten. Ze zwermen uit, logischerwijs vooral naar het nog wolf-arme Westen.

Natuurorganisaties, ’boerenpartij’ CDA, kranten en burgers zien de wolf naderen - een tijdlijn

Op 12 september 2009 kopt Het Laatste Nieuws ‘Wolven rukken op naar België’. 1 De Vlamingen realiseren zich: “… het grootste Europese landroofdier is bezig met een terugkeer naar onze contreien.” Het artikel geeft daarvoor hele duidelijke aanwijzingen: ”De aantallen wolven in Oost-Europese landen zijn fors gegroeid de jongste jaren en ook in West-Europa wordt hij steeds vaker waargenomen. Inmiddels zitten er al wolven in Midden-Duitsland, onder andere in Hessen, op nog geen 200 kilometer van de Belgische grens. Ook in de Cevennes en Centraal-Frankrijk rukt de wolf spectaculair op.”
In 2009 wist men dus al dat de wolf vanuit zowel het oosten als het zuiden naderde.

Op 30 oktober 2009 publiceert Trouw een artikel met de kop ‘Komst wolf splijt Natuurmonumenten’. 2 Eindredacteur Frans Bosscher schrijft in zijn column dat de “grote jongens in natuurbeschermend Nederland zich jaren het vuur uit de sloffen hebben gelopen om een ecologische infrastructuur tot stand te brengen, en dat die als een rode loper voor de wolf fungeert.”
Woordvoeder Robert Moens van Natuurmonumenten doet in het artikel een accurate voorspelling: “Er wordt veel gespeculeerd, maar onze deskundigen gaan ervan uit dat wolven pas over tien jaar ons land bereiken, en dan heb ik het niet over een enkele dwaalgast.” In 2018 werd een eerste wolf als ‘gevestigd’ aangemerkt.
Het artikel eindigt met de zin: “De wolf komt. Hoe dan ook.”
De Zoogdiervereniging, Ark en Free Nature zijn samen dan al een website gestart om de bevolking van het Roodkapjesyndroom af te helpen.

Op 10 november 2009 stellen de Kamerleden Ormel en Schreijer-Pierik, beiden van de - op dat moment nog - ‘boerenpartij’ CDA, naar aanleiding van het artikel vragen aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin ze hun zorgen uiten over de onvermijdelijke komst van de wolf naar Nederland. 3
Minister Verburg antwoordt onder andere dat in natuurgebieden met grote grazers een grote predator als de wolf ontbreekt en dat de wolf daar een sleutelrol kan spelen. Tegelijkertijd voorziet zij problemen als de wolf zich definitief in Nederland vestigt.
En: “Zodra de wolf zich op termijn inderdaad op eigen kracht in Nederland vestigt of wanneer er aanwijzingen zijn dat dat op korte termijn gaat gebeuren, is dat een realiteit. Er is dan geen ‘spagaat van wens en werkelijkheid’.”
Zowel de parlementsleden van ‘boerenpartij’ CDA, als de CDA minister van Landbouw wisten dus ten minste in 2009 al dat de komst van de wolf naar Nederland onvermijdelijk was en dat dat voor conflicten zou zorgen.

Vanaf dat moment wordt Nederland er regelmatig aan herinnerd dat de wolf op komst is (en dat dierhouders zich hier dus op moeten voorbereiden).
Op 23 januari 2010 schrijft Koos Dijksterhuis in Trouw: “De wolven komen! Ze leven al in Duitsland, op tweehonderd kilometer afstand van onze grens. Ook in de Vogezen zijn wolven gezien.” 4
Hij voorspelt ook meteen de reactie van het jagersvolk: “… overal waar wolven (of beren) aanslaan, willen jagers ze opnieuw doden.”

Ook de overheid, en met name het ministerie van Landbouw, realiseert zich dat ze hierin een taak heeft. Van dinsdag 16 tot woensdag 24 maart 2010 staat er op op de website van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een banner met de tekst ‘Wolven in Nederland’. De banner is geplaatst omdat er in de week van 5 maart 2010 berichten verschenen in de krant dat de wolf een opmars maakt en op 100 kilometer van de Nederlandse grens is genaderd. Omdat de publicaties veel vragen opriepen bij publiek, lag de vraag op tafel of er op de LNV-site aandacht aan de wolven moest worden besteed. LNV heeft geen specifiek beleid ten aanzien van wolven. Om toch op de vragen van het publiek in te gaan, is op de LNV-homepage een banner geplaatst naar de site www.wolveninnederland.nl.
Dit leidt op 25 maart 2010 tot vragen van de leden Ormel, Pieper en Schreijer-Pierik (allen CDA) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. 5
Minister Verburg verontschuldigt zich in de antwoorden snel tegenover haar partijgenoten: “Door op de website van LNV te verwijzen naar de site ‘Wolven in Nederland' kan daarmee de indruk zijn ontstaan dat ook ik de komst van de wolf toejuich. Dat is ten onrechte.”
De CDA-vragenstellers zien zelf ook al aankomen dat onvoldoende beschermde dieren ten prooi zullen vallen aan de wolf: “Acht u het dichtbevolkte Nederland met vele recreanten in de natuur en vele lammetjes, veulens en kalveren in het voorjaar in de wei niet een waar Luilekkerland, waar de wolf zich met genoegen blijvend zal vestigen en voortplanten?”
De minster verklaart in haar antwoorden dat er ”ten aanzien van mogelijk te treffen maatregelen nog geen voorbereidingen getroffen” worden, maar ook: “De wolf komt voor in vrijwel alle habitattypen van het noordelijk halfrond, dus ook in soortgelijke habitattypen als die in Nederland voorkomen. Als de wolf op eigen kracht Nederland bereikt, is de wolf een inheemse soort en geen invasieve exoot. […] Dat betekent dat, als de wolf op eigen kracht Nederland bereikt, deze strikt moet worden beschermd.”

Het hoofdartikel in Zoogdier, het populair-wetenschappelijk kwartaaltijdschrift van de Zoogdiervereniging (Nederland) en de Zoogdierenwerkgroep en de Vleermuizenwerkgroep van Natuurpunt (Vlaanderen) in de zomer van 2010 is getiteld ‘Wolven niet te stoppen’ 6 en refereert in de inleiding aan de hierboven genoemde Kamervragen: ”Nederland is in rep en roer, de wolven komen eraan! Kamervragen van kamerlid Ormel, een wolven-link die van de website van het ministerie van LNV moest worden verwijderd, kinderen met rode mutsjes op het Jeugdjournaal en bij De Wereld Draait Door.”
Het artikel beschrijft onder meer dat het Nederlandse landschap uitermate geschikt is voor wolven: ”Het landschap in de Duitse wolvenregio’s is bovendien erg vergelijkbaar met grote delen van Nederland, zoals Drenthe, Twente, de Achterhoek, Brabant of Limburg. Hiermee reikt het potentiële leefgebied van wolven in Nederland veel verder dan alleen de Veluwe en de Oostvaardersplassen.”
Het artikel legt ook uit waarom er ruimte is voor de wolf: ”Ondanks dat er vele miljoenen mensen zijn bijgekomen, loopt het platteland van Europa leeg. Inmiddels woont meer dan de helft van de Europeanen in de stad. Goede landbouwgronden zijn geïntensiveerd, de marginale gronden verlaten. De natuur kreeg hier weer de overhand en het aantal wilde dieren nam snel toe, een ontwikkeling die zich nu nog steeds voortzet. De verwachting is dat in Europa de komende decennia nog eens zestig miljoen hectare landbouwgrond zal worden verlaten, een oppervlakte ter grootte van Frankrijk. […] Nieuwe natuurgebieden worden met elkaar verbonden, binnen Nederland via de Ecologische Hoofdstructuur, op Europese schaal via Natura 2000. Populaties herten, zwijnen en bevers nemen overal in Europa toe. In hun kielzog volgen roofdieren als wolf en lynx. […] De hernieuwde opleving van de wolf is niet alleen te danken aan nieuwe leefgebieden en de verbindingen hiertussen. Ook de beschermde status van de wolf heeft voor een belangrijk deel hieraan bijgedragen.”
Het artikel eindigt optimistisch: “De wolf kan een rooskleurige toekomst tegemoet zien. Ook in Nederland!”

Op 2 september 2011 zien verbaasde automobilisten in Duiven, op de Veluwe, een wolf die een weg probeert over te steken, maar vanwege de drukte en alle commotie die ontstond lukte dat niet. Het is in de buurt van het Van der Valk hotel bij de A12. Een automobiliste wist foto’s van het dier te maken met haar telefoon, foto’s die duidelijke kenmerken van een Europese wilde wolf tonen, maar niet zo goed zijn dat meteen met 100% zekerheid is te zeggen dat het een wolf is en niet een hond die sterk op een wolf lijkt. Experts gaan er in 2017 vanuit dat het wel degelijk echt een wolf betrof. 7

Op 13 september 2012 stuurt staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Henk Bleker, een brief naar de Tweede Kamer over twee onderzoeken “die betrekking hebben op de komst van de wolf naar Nederland.” 8 Het schrijft onder andere: ”De wolven vanuit Duitsland komen steeds dichter in de buurt van de Nederlandse grens. Onlangs nog was het bericht te lezen dat in Duitsland in de deelstaat Nedersaksen, nabij Münster, in het wild jonge wolfjes zijn geboren. En vorig jaar september is waarschijnlijk een zwervende jongvolwassen wolf in de omgeving van Duiven gesignaleerd. In april van dit jaar is een wolf in Westerwald in Duitsland gesignaleerd, zo’n 130 kilometer van de Nederlandse grens.”
Ook deze CDA-er waarschuwt voor de mogelijke conflicten: ”Anderen kunnen de wolf zien als een bedreiging voor de veeteelt (prooidieren), natuurbeheer (toppredator in natuurgebieden met grote grazers), jacht en schadebestrijding (de wolf als alternatief voor de jager) en het veiligheidsgevoel van mensen.”
Alterra adviseert: “Het is verstandig de wolf nu al te plaatsen op de lijst van beschermde inheemse diersoorten, zodat illegaal doden gesanctioneerd kan worden.” En: “Een grote mate van openheid aan de kant van de overheid over de mogelijke en feitelijke komst van de wolf naar Nederland is van groot belang.”

Op 25 januari 2013 herhaalt De Morgen de eerdere kreet van HLN uit 2009 'Wolven rukken op naar België’: “Het is nog maar een kwestie van tijd, zegt natuurvereniging Landschap, of de wolf is weer in het land.” En: ”De kans op het verschijnen van zwervende jongvolwassen wolven in ons land wordt met de dag groter. De vraag is al lang niet meer óf de wolf zal komen, de vraag is alleen nog wannéér”. 9

In de ochtend van donderdag 4 juli 2013 werd bij Luttelgeest in de Noordoostpolder een dode wolf gevonden. Later bleek uit onderzoek dat het dier in de Karpaten was doodgeschoten en bij Luttelgeest was neergelegd. 10 Maar opnieuw is de spoedige komst van de wolf voorpagina nieuws.

Op 11 juli 2013, meer dan 10 jaar geleden, publiceert Trouw een artikel met de kop ‘De wolf sluipt almaar naderbij’. 11

Samenvattend

Vanaf de vestiging in het jaar 2000 van de wolf in Saksen en de eerste voortplanting aldaar, was het een zekerheid dat de wolf op termijn ook naar Nederland zou terugkeren. Immers, jonge wolven verlaten hun ouderlijk territorium op zoek naar een nieuw gebied om een eigen territorium en een familie te stichten; het is een uitdijend wolven-heelal.

Vanaf tenminste 2008, 15 jaar geleden, maakt de - op dat moment nog - ‘boerenpartij’ CDA zich via onder andere Kamervragen regelmatig druk over de naderende wolf. De minister geeft in haar antwoorden regelmatig aan dat dit tot conflicten met vee(houders) zal leiden.

Sinds die tijd warmen ook natuurorganisaties zich op voor de terugkeer van de wolf en de kranten volgden al snel.

Sinds 2011 zijn er dan ook waarnemingen van de wolf in Nederland.

Vanaf 2012, meer dan 10 jaar geleden, staat voor de Nederlandse overheid vast dat de wolf, in ieder geval als zwerver, ons land regelmatig zal bezoeken.

Het standpunt van de NVWA dat de wolf zich pas recent heeft gevestigd is irrelevant. Het gaat niet om het vestigen zelf, maar of verwacht kon worden dat de wolf in Nederland zou opduiken. Het antwoord daarop is overduidelijk JA!

Het is net zo min relevant dat de ‘schade’ door wolven “een betrekkelijk nieuw fenomeen” is. Het gaat erom dat dierhouders die schade van mijlenver hadden moeten zien aankomen.

Sinds 2000 had men het kunnen weten, sinds 2009 had men het moeten weten; ‘boerenpartij’ CDA wist het toen tenslotte ook al.

Er is genoeg tijd geweest voor preparatie, het is nu tijd voor handhaving! Zo nodig zal Animal Rights dat via de (Europese) rechter afdwingen.

Dierenrechten in de grondwet TEKEN DE PETITIE! Animal Rights wil dat alle dieren in Nederland, wild en in gevangenschap, als (staats)burgers, (rechts)personen en ingezetenen erkend worden en grondwettelijk verankerde rechten krijgen. Animal Rights

Teken nu de petitie

Ja, je mag mij bellen op het volgende nummer