Inhoud
De leugen van de kringlooplandbouw
De Nederlandse regering heeft in principe het idee van kringlooplandbouw overboord gegooid en kiest in plaats daarvan voor emissiearme landbouw. Dat wil zeggen intensieve veehouderij, met zoveel mogelijk dieren op een zo klein mogelijk oppervlak in hermetisch afgesloten stallen waarin (vaak falende) luchtwassers en emmissiearme vloeren de uitstoot naar buiten moet verminderen.
Dit bleek opnieuw uit de opmerkingen van premier Rutte tijdens de Tweede Kamer vergadering op donderdag 17 september 2020. De regering blijft met de term kringlooplandbouw schermen ter ‘greenwashing’ van het beleid, maar er klinkt duidelijk in hun woorden door dat dit voor de regeringspartijen een gepasseerd station is.
Rutte in antwoord op een vraag over klimaat- en natuurdoelen die Esther Ouwehand stelde:
“Ik denk dat wij in Nederland met dit kabinet een aantal fundamentele keuzes gemaakt hebben. We hebben ervoor gekozen om een sector te hebben die stikstofarm en uitstootarm produceert. Dat kan zowel worden bereikt door het hebben van meer kringloopachtige nieuwe concepten als via meer intensieve bedrijven die dat doen op een manier waardoor ze ook daadwerkelijk in staat zijn om die uitstoot te beperken. Ik ben daarvoor. Ik ben voor een sterke agrarische sector. En ik ben er ook trots op dat we die in Nederland hebben. Die behoort tot de sterkste van de wereld. Die is geconfronteerd met grote vraagstukken rondom onder andere stikstofuitstoot, maar er zijn ook andere vraagstukken met betrekking tot milieubelasting. Er wordt vreselijk hard aan gewerkt om die op te lossen en geleidelijk aan te transformeren naar een sector die — of het nou intensief is of meer grondgebonden, meer kringloopachtig — in staat is om dit soort vraagstukken aan te pakken. Daarbij is het hoofddoel dat die milieubelasting wordt teruggedrongen, dat die zo klein mogelijk is.“ 1
In andere woorden: We gaan op de oude voet verder met een industriële veehouderij voor exportproducten en vertrouwen op de techniek om uitstoot te verminderen. De belangen van de dieren zijn hieraan volstrekt ondergeschikt.
Dit beleid werd al in november 2019 aangekondigd bij de presentatie van de maatregelen om op korte termijn tot een daling van de stikstofdepositie te komen: de snelheidsverlaging overdag op autosnelwegen, de ammoniakreductie via voermaatregelen en de reductie van stikstofdepositie door de bestaande warme saneringsregeling voor de varkenshouderij. Hier al werd het idee van de kringlooplandbouw in principe ten grave gedragen.
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Schouten, minister van Infrastructuur en Waterstaat van Nieuwenhuizen Wijbenga en minister voor Milieu en Wonen van Veldhoven-van der Meer kondigden aan: “Het kabinet zet in op emissiearme landbouw.” 2
Als een soort van terzijde gaven zij aan dat ze landbouwers die de keuze maken voor kringlooplandbouw daarbij blijven ondersteunen, maar de inzet is verder volledig op emmissiearm: Wet- en regelgeving die een belemmering is voor de toepassing van innovatieve emissiearme technieken wordt verruimd, en financiële ondersteuning wordt geboden voor de bijbehorende investeringen. Het kabinet werkt verder aan het structureel verlagen van de regeldruk door doelen in plaats van middelen voor te schrijven en experimenteerruimte toe te laten.
Deze regering blijkt keer op keer niet in staat om daadkrachtig op te treden; ze blijven zoeken naar administratieve en technologische trucjes om, koste wat het kost, het systeem in stand te houden dat verantwoordelijk is voor dierenleed, biodiversiteitsverlies, volksgezondheidsproblemen, milieuvervuiling en klimaatverandering.
De dieren, noch de natuur, hebben van deze regering iets te verwachten!