Inhoud
De trofeejacht
Uit onderzoek van Animal Rights blijkt dat Belgische trofeejagers ongehinderd naar het buitenland trekken om niet zelden bedreigde dieren af te schieten. De jachttrofeeën: hoofden, huiden, slagtanden, lichaamsdelen of hele lichamen, worden vervolgens geïmporteerd. Het gaat onder meer om ijsberen, zwarte en bruine beren, wolven, walrussen, olifanten, leeuwen, luipaarden, antilopen, bavianen, zebra’s, krokodillen en zelfs de algazel, een antiloop die officieel is uitgestorven in het wild, kan voor genoeg geld worden doodgeschoten en geïmporteerd.
Over het laatste decennium hebben jagers wereldwijd meer dan 1.7 miljoen jachttrofeeën meegenomen van dieren die zijn gedood voor deze bloederige sport. Meer dan 200.000 van deze jachttrofeeën zijn van soorten die met uitsterven worden bedreigd.
Lees ook: Belgische jagers importeren ongehinderd jachttrofeeën.
Wat is trofeejacht?
De trofeejacht is de legale jacht op wilde dieren, zoals neushoorns, olifanten of leeuwen en vooral toeristen houden zich ermee bezig. Deze jachttoeristen betalen enorme bedragen om tijdens een vakantie een wild dier te mogen doden. De reizen zijn te boeken via tientallen bedrijven. Voor een vast bedrag koop je een vergunning, de gids en al het materiaal voor de jacht. Nadat het dier is gedood, kan de jager ermee op de foto, of delen van zijn prooi als trofee mee naar huis nemen.
Wanneer er gesproken wordt over jachttoerisme, dan bedoelen we hiermee de trofeejacht. De argumenten voor de trofeejacht, of deze nou zijn gebaseerd zijn op conservatie of het helpen van lokale gemeenschappen, zijn geen van allen houdbaar.
IMPORT VAN EXOTISCHE DIEREN: HOOFDEN, OREN EN POTEN
Over de afgelopen 6 jaar is er 345 maal een jachttrofee ingevoerd naar België. Dit wil echter niet zeggen het dat ook om 345 dieren gaat.1 Zo bestond één invoer uit maar liefst 8 berenhoofden, een andere invoer bestond uit 80kg aan olifantenslagtanden, in een volgend geval werden er 13 zebrahuiden geïmporteerd, weer iemand importeerde 6 olifantenoren en er werden zelfs 18 cheetapoten mee terug genomen naar België. Het is lastig om te achterhalen om hoeveel dieren het precies gaat, omdat landen de in- en uitvoer van trofeeën op verschillende manieren registreren.
SLACHTSAFARI MET VAAK BEDREIGDE DIEREN
In Canada worden ijsberen, zwarte en bruine beren, wolven en walrussen doodgeschoten. Voor olifanten, luipaarden, leeuwen, bavianen, apen, krokodillen, zebra’s en antilopen kunnen reizen worden geboekt naar Zuid-Afrika, Botswana, Zimbabwe, Zambia en Mozambique. De prijzen voor een jachtreis beginnen rond de 4.000 dollar en kunnen oplopen tot 30.000 dollar.1
Het gaat veelal om soorten die door het IUCN (The International Union for Conservation of Nature’s Red List of Threatened Species) als kwetsbaar worden aangemerkt.1 Over het laatste decennium hebben jagers wereldwijd meer dan 1.7 miljoen jachttrofeeën meegenomen van dieren die zijn gedood voor deze bloederige sport. Meer dan 200.000 van deze jachttrofeeën zijn van soorten die met uitsterven worden bedreigd.2
HET CITES-VERDRAG
Beschermde dieren en planten mogen niet zomaar worden verhandeld, vervoerd, verzameld of gehouden. Hiervoor hebben overheden van 183 landen regels en afspraken gemaakt en vastgelegd in het CITES-verdrag.1
CITES staat voor "Convention on International Trade in Endangered Species of wild fauna and flora". Het verdrag is opgesteld om ervoor te zorgen dat wilde dier- en plantsoorten niet in hun voortbestaan worden bedreigt naar aanleiding van internationale handel. Toch laat deze wetgeving voor dieren, zoals de ijsbeer, leeuw, neushoorn en olifant de import van jachttrofeeën gewoon toe, zolang er een vergunning is afgegeven. Bovendien is het mogelijk dat jachttrofeeën vanuit België verder worden vervoerd naar andere Europese landen, zoals Nederland, eens ze binnen Europa zijn. In theorie is dit verboden, maar in de praktijk zijn er geen controles op wat er tussen Europese landen wordt vervoerd.
CITES SOORTENLIJSTEN
Op Europees niveau is het verdrag vertaald in CITES-verordeningen: de basisverordening en de uitvoeringsverordening. De soorten die zijn opgenomen in de soortenlijsten, behorende bij CITES, zijn niet allemaal even streng beschermd. Er zijn verschillende categorieën opgesteld, waarin de soorten gebaseerd op hun beschermingsgraad worden onderverdeeld. Er is een internationale en een Europese CITES-indeling:
- Internationaal: appendix I, II en III
- Europees: bijlage A, B, C en D
De internationale appendix bepaalt het beschermingsniveau van een soort. In appendix I zijn de strengst beschermde soorten opgenomen. De “appendix 1” kan met “bijlage A” worden vergeleken. De Europese bijlagen zijn voor Nederland en België altijd leidend. De bijlage is nooit minder streng dan de appendix, maar kan wel strenger zijn.1
BESCHERMINGSGRAAD: OOK UITSTERVENDE SOORTEN
Volgens Europese regelgeving wordt een zelf geschoten jachttrofee aangemerkt als persoonlijk bezit. De jachttrofee kan zelf worden meegenomen, of worden nagestuurd. Voor het in- en uitvoeren van CITES-soorten naar België, Nederland en de Europese Unie is een CITES-vergunning nodig. Voor de soorten van bijlage C&D is geen in- of uitvoervergunning vereist.
- Bijlage A - Soorten die met uitsterven worden bedreigd. Nederland kent een invoerverbod voor alle dieren op deze lijst. Soorten op deze lijst zijn bijvoorbeeld: jachtluipaard, tijger, grote panda, doodshoofdaapje, orang-oetan, Aziatische olifant, rode flamingo en zeearend.
- Bijlage B - Soorten die zouden uitsterven, als de handel niet wordt beperkt. Ook soorten die veel op een andere bedreigde soort lijken staan in deze bijlage. Nederland kent een invoerverbod voor de volgende soorten van bijlage B: witte neushoorn, nijlpaard, Afrikaanse olifant, moeflon, leeuw en ijsbeer. België kent geen invoerverbod voor de genoemde soorten.
- Bijlage C - Soorten die in bepaalde landen worden beschermd. Deze soorten zijn op verzoek van een lidstaat op de lijst zijn geplaatst, omdat zij deze nationaal hebben beschermd. Bijvoorbeeld: de Indische antiloop uit Pakistan of de Bengaalse vos uit India.
- Bijlage D - Soorten die niet worden beschermd door het verdrag, maar waarvan de handel wel wordt geregistreerd. Dit zijn soorten, waarvan Europa denkt dat ze mogelijk bedreigd raken. Voor de soorten van bijlage C&D is geen in- of uitvoervergunning vereist.
Trofeejacht helpt wilde dieren niet
Sommige natuurorganisaties, wetenschappers en jagers betogen dat “leeuwen neerschieten leeuwen kan helpen”. Jachttoerisme, zoals trofeejacht, zou stroperij tegengaan en geld opleveren dat gebruikt kan worden voor de bescherming van natuur en diersoorten en de lokale bevolking vooruit helpen. Een ban op jachttoerisme zou volgens hen kunnen leiden tot een slechtere bescherming van onder andere Afrikaanse wilde dieren.1 De argumenten voor de trofeejacht, of deze nou zijn gebaseerd zijn op conservatie of het helpen van lokale gemeenschappen, zijn geen van allen houdbaar.
Animal Rights heeft 5 argumenten tegen de trofeejacht op een rijtje gezet, lees ze hier!.
FUNDAMENTEEL FOUT
Trofeejacht toestaan om dieren te beschermen, gaat uit van een instrumentele kijk op dieren. Je beschermt de soort, maar doodt individuele dieren voor dit doel alsof zij er niet toe doen. Jachttoerisme is gebaseerd op uitbuiting. Ieder voelend wezen is een individu met waarde van zichzelf, onafhankelijk van zijn of haar nut voor anderen. Dit houdt in dat je nooit een individu mag gebruiken als middel voor een doel. Een dier doden, zélfs om de soort of natuur te beschermen, is fundamenteel fout.
Animal Rights wil een onmiddellijk verbod op de invoer van alle jachttrofeeën. Daarnaast moeten zowel de Nederlandse als Belgische overheid ijveren voor het opnemen van een totaalverbod op de trofeejacht op internationaal niveau. Totdat dit is gerealiseerd, moet de trofeejacht voor alle ingezetenen worden verboden.