Inhoud
EFSA konijnenrapport bevat meningen geen wetenschap
De konijnensector in Nederland klopt zich op de borst na het verschijnen van een rapport van de European Food Safety Authority EFSA over de vergelijking van verschillende houderijsystemen voor konijnen. Hiervoor is niet alleen geen enkele reden, het is bedrog. 1 2
De konijnenindustrie is een typisch voorbeeld van hoe maatregelen voor het ene welzijnsprobleem, weer nieuwe, soms zelfs grotere welzijnsproblemen creëeren. Dit nieuwe rapport van de EFSA laat dit weer overduidelijk zien. 3
-
https://www.nieuweoogst.nl/nieuws/2020/01/17/voorbeeldfunctie-voor-huisvesting-nederlands-konijn ↩
-
https://www.efsa.europa.eu/en/news/rabbit-cages-efsa-identifies-welfare-issues ↩
-
https://www.trouw.nl/duurzaamheid-natuur/hoe-is-het-welzijn-van-nederlandse-vleeskonijnen~bc8a6acd/?fbclid=IwAR2qI-2IvlzevEKzkuV47sLMxcPP4FdLOZv3NQOFYRH9LBqSqkxw3Op6t7Y ↩
EU regels
Hoewel er regels zijn die minimumnormen vaststellen voor de bescherming van landbouwhuisdieren (Richtlijn 95/98 / EG van de Raad), inclusief konijnen, bestaat er geen soortspecifieke wetgeving ter bescherming van het welzijn van gefokte konijnen in de EU. Dit ondanks het feit dat in aantallen konijnen na kippen de meest gehouden dieren in de EU zijn.
Geen wetenschappelijk onderzoek
Er is op geen enkele wijze sprake van wetenschappelijk onderzoek als basis voor dit rapport. Een vragenlijst werd opgestuurd naar 122 zelfbenoemde ‘experts’, die zich daar ook zelf voor aangemeld hadden. 88 daarvan namen de moeite om de vragenlijst ook in te sturen, De vragen betroffen een twintigtal uit de beperkte literatuur bekende welzijnsproblemen voor drie dier categorieën (voedsters (moederkonijnen), Jongen tussen geboorte en spenen, en gespeende jongen (de vleeskonijnen)) in zes houderijsystemen (conventionele, draadgaas kooien; verrijkte of welzijns kooien; verhoogde of parksysteem kooien; vloerkooien (betonnen vloer met strooisel voor grotere groepen); buiten systemen (grote buitenhokken of vrije uitloop uit een schuur); en biologische systemen (grote verscheidenheid en dus ook moeilijk te vergelijken).
Het is niet ondenkbaar dat vele van deze zogenaamde experts op een of andere wijze met de industrie verbonden zijn en dat dit de uitkomsten van de survey gekleurd heeft.
parkkooisysteem in Ulicoten, Noord-Brabant; de 'hoogste standaard'
Gebrek aan kennis - ‘experts’ verschillen van mening
Een van de treurigste conclusies uit het rapport is dat ‘we’ gewoon te weinig weten om uitspraken te doen over wat goed is voor konijnen (behalve dan ze niet fokken natuurlijk). Het rapport zegt: Objectieve gegevens over de welzijnsproblemen in verschillende huisvestingssystemen ontbreken en de opinies van de ‘experts’ over het voorkomen en relatieve ernst van de welzijnsproblemen is hoogst variabel.
In de conclusies staat: De huidige grootte van alle kooisystemen belemmert de bewegingsvrijheid, maar er is geen kennis over hoeveel ruimte wel genoeg is. Er is niet genoeg kennis over knaagmateriaal dat bevredigend is voor de konijnen. En er is te weinig kennis over de sociale behoeften van konijnen.
Natuurlijk gedrag en goede gezondheid moeilijk te combineren
Die variabiliteit in de meningen en gebrek aan kennis komt terug in alle conclusies. Het rapport concludeert bijvoorbeeld dat voor voedsters en opgroeiende jongen de welzijnsconsequenties als gevolg van het niet kunnen uitoefenen van natuurlijk gedrag hoger zijn in conventionele (draadgaas), verhoogde (park) en verrijkte (welzijns) kooien, maar dat het welzijn met betrekking tot gezondheid meer te lijden heeft in vloerkooien, en organische en buiten systemen. Het uitoefenen van natuurlijk gedrag, in dit rapport veelal beperkt tot bewegingsruimte, en een goede gezondheid zijn dus niet optimaal te combineren.
Welzijn voedsters en zogende jongen moeilijk te combineren
Ook lijkt het welzijn van de voedsters (moederdieren) moeilijk te combineren met die van haar zogende jongen. Het onderzoek toont aan dat het welzijn van voedsters lager is in conventionele kooien dan in de andere systemen, maar dat er op dat gebied geen verschil is tussen de andere systemen. Het welzijn van opgroeiende jongen scoort het slechts in buitensystemen, en hoger in parkkooien dan de overige vier systemen. Er kon geen onderscheid gemaakt worden in het welzijn voor opgroeiende jongen tussen die vier systemen. Op dit ene zinnetje uit het rapport baseert de Nederlandse sector zijn ‘voorbeeldfunctie’.
Voor voedsters was het grootste welzijnsprobleem een gebrek aan bewegingsvrijheid. Voor opgroeiende jongen hittestress, gevolgd door geboorteaandoeningen en koudestress. Voor vleeskonijnen is opnieuw een gebrek aan bewegingsvrijheid het grootste probleem.
parkkooisysteem in Halle, Gelderland
Rapport vergelijkt systemen, maar geeft geen ethisch oordeel
Het onderzoek van EFSA is een vergelijking tussen de welzijnsconsequenties in zes huisvestingssystemen. Of er überhaupt wel een geschikte manier is om konijnen te fokken wordt niet aangestipt. Wel kijkt het rapport even terug op haar rapport uit 2005 dat ook al geen antwoorden had en voor geen enkele verbetering heeft gezorgd in Europa.
Eén aanbeveling uit het 2005 rapport wordt herroepen: Het scheiden van jongen en voedster als stimulatie voor oestrus-synchronisatie, het laten ‘ovuleren’ van voedsters op het moment dat de konijnenfokker dat wenst, wordt nu afgeraden vanwege de negatieve impact op de jongen.
De EFSA staat achter haar 2005 conclusie dat continue groepshuisvesting ongewenst is vanwege agressie en hoge verwondingsgraad.
Welzijn wordt bezien vanuit het negatieve
Er word in dit soort surveys altijd gekeken naar de negatieve impact: de ernst van welzijnsproblemen, zoals bijvoorbeeld de ‘ongerief’ analyses van Wageningen Universiteit ook doen.
In al dit soort onderzoeken wordt genegeerd hoe positief het leven van een konijn zou kunnen zijn zonder kooien, buiten, met daglicht en schemer, het kunnen graven en uitoefenen van andere natuurlijke behoeften. De mogelijkheid hebben tot zelfontplooiing in vrijheid, of een leven mogen doorleven en voltooien.
Parkkooisysteem
De beelden die Animal Rights en Konijn in Nood voor de Kerst naar buiten brachten lieten het vreselijke leven en lijden van konijnen in de Nederlandse industrie zien. De meest schokkende beelden van creperende dieren werden gemaakt bij parksystemen. Parksystemen reduceren de massale sterfte van dieren in deze industrie niet.
De naam ‘park’ is misleidend; deze dieren komen nooit buiten, zien geen daglicht, kunnen niet graven, hebben onvoldoende schuil- en knaagmogelijkheden, eten eenzijdig voer, leven boven hun eigen uitwerpselen, blootgesteld aan de contante herrie van ventilatie, muziek en rammelende kooien, en leven in onnatuurlijke groepsverbanden. Als deze dieren groeien word ook in parkkooien de ruimte minimaal.
De ‘vleeskonijnen’ leven alleen de tweede helft van hun korte leven in dit systeem (de eerste 5 weken brengen ze krap behuisd bij hun moeder door). Voedsters en rammen leven alleen. Slechts op het enige bedrijf in Nederland dat het al even misleidende één-ster beter leven keurmerk draagt, mogen voedsters theoretisch enkele dagen samen tussen het spenen en werpen van nieuwe jongen in.
Conclusie
Dit EFSA rapport laat zelfbenoemde experts hun ver uiteenlopende meningen spuien en kan vervolgens alleen iets zeggen over welk systeem waarschijnlijk het minst slecht is en welk het slechtst. De belangrijkste conclusie is dat de ‘experts’ en de wetenschappelijk literatuur eigenlijk nauwelijks iets weten over konijnenbehoeftes en -welzijn. Alleen een volstrekt immorele organisatie als LTO ziet hierin toch nog kansen om veren in eigen reet te steken.
De konijnenindustrie behoeft geen welzijnsverbeteringen, maar afschaffing!
Update
Op 24 januari 2020 eist europarlementariër Anja Hazekamp Europese actie tegen de misstanden in de konijnenindustrie in een overleg met de Eurocommissaris voor Landbouw, Janusz Wojciechowski. "Konijnen zijn, na kippen, de meest gehouden diersoort voor vleesproductie in Europa. Dat terwijl konijnen totaal niet geschikt zijn om in een gesloten landbouwsysteem te houden. Brussel moet deze bevindingen serieus nemen en een einde maken aan deze konijnenindustrie," aldus Hazekamp. 1 2