Inhoud
Ethisch veganisme als beschermde levensovertuiging
Een tribunaal in het Engelse Norwich bepaalde onlangs dat een veganist zich kan beroepen op zijn ethisch-veganistische overtuiging. Jordi Casamitjana werd, naar eigen zeggen, ontslagen nadat hij bij zijn werkgever bezwaar had gemaakt tegen het feit dat zijn pensioengeld werd geïnvesteerd in bedrijven die betrokken zijn bij dierproeven. 1
Ethisch-veganistische overtuiging
De rechter oordeelde dat Casamitjana’s ethisch-veganistische overtuiging een filosofisch geloofssysteem is dat juridisch is te vergelijken met een religie. Door Casamitjana te ontslaan, overtrad de werkgever dus mogelijk de Equality Act 2010, die discriminatie op de werkvloer op basis van een geloof of overtuiging verbiedt. Het is daarbij dus niet belangrijk of dat ook de reden was dat Jordi ontslagen werd!
Bescherming
Een levensovertuiging komt in aanmerking voor bescherming als het respect verdient in een democratische maatschappij, niet in tegenspraak is met de menselijke waardigheid of conflicteert met de fundamentele rechten van anderen. Het moet een overtuiging zijn en geen mening of standpunt, oprecht ‘beleden’ worden, en een zwaarwegend en substantieel onderdeel van iemands leven zijn. Het gaat daarom ook specifiek om veganisme om ethische reden en niet om veganisme voor gezondheidsredenen of als modegril. 1
Art 137 uit het Nederlandse Wetboek van Strafrecht
Er lijkt wat onbegrip te zijn over deze uitspraak. Het gaat er dus NIET om om ethisch veganisme te erkennen als een religie! Het belang van de uitspraak ligt vooral in het feit dat iemand niet gediscrimineerd mag worden vanwege zijn levensovertuiging.
Art 137c uit het Nederlandse Wetboek van Strafrecht zegt: "Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie." 1
Grapperhaus en Bleker
In Nederland hebben onlangs CDA-politici Bleker en Grapperhaus zich nog schuldig gemaakt aan deze vorm van discriminatie ten opzichte van veganisten/dierenrechtenactivisten. Voormalig staatssecretaris van Landbouw en CDA-prominent Bleker zei op 1 oktober 2019 op het Malieveld ten overstaan van duizenden boeren: “Laat je niet door een handvol loserige veganisten of dierenactivisten op de kast jagen”. 1
Huidig minister van justitie en veiligheid Grapperhaus deed op 25 november 2019 verscheidene beledigende uitspraken voor een publiek van varkenshouders, waaronder deze: “Activisten en extremisten provoceren. Ik snap de emotie, maar we moeten deze figuren weg krijgen. Ofwel achter tralies, ofwel land uit, ofwel zoveel boetes dat ze alleen nog krantenwijk kunnen lopen.”
Aangifte tegen Grapperhaus
In de aangifte tegen minister Grapperhaus heeft de advocaat van de dierenbelangenorganisaties het feit dat ethisch veganisme een beschermde levensovertuiging zou moeten zijn zo verwoord:
"Mijn cliënten delen en koesteren één geheel aan fundamentele opvattingen over de manier dat mens en niet-menselijke dieren zich tot elkaar verhouden en hoe met alles dat leeft op de aarde door de mens dient te worden omgegaan. Zij delen anders gezegd een levensovertuiging in de zin van artikel 137c e.v. Sr.
Met name in tweet 5, 7, 9, 10, 15, 19, 21, 25, 26 en 31 laat de minister zich uiterst beledigend, laatdunkend en dreigend uit over dierenrechtenactivisten. Met zijn uitlatingen zet de minister aan tot haat tegen, discriminatie van en gewelddadig optreden tegen vreedzame dierenrechtenactivisten.
Mijn cliënten menen dat de minister zich met bovenvermelde onderling samenhangende uitspraken aanzet tot haat tegen, discriminatie van, of gewelddadig optreden tegen dierenrechtenactivisten in de zin van artikel 137d lid 1 Sr. De minister laat zich bovendien opzettelijk beledigend uit over hen, in de zin van artikel 137c Sr. Ook om deze redenen vragen mijn cliënten u de minister te vervolgen."
We verwachten in Nederland naar aanleiding van deze zaak dan ook een vergelijkbare uitspraak als in Engeland.