Inhoud
Gelderland en Drenthe willen graag wolven schieten, maar het blijft bij dagdromen
Sinds de feitenvrije meningen van bepaalde politieke partijen de provinciale politiek bevuilen, zoeken enkele gedeputeerden naar mogelijkheden om wolven te kunnen vermoorden. Het maandenlang aangekondigde Gelderse beleidsstuk ‘Grenzen aan de wolf’ 1 werd in maart 2024 opgeleverd. Drenthe volgde in juni 2024 met ‘Aanpak wolf in Drenthe’. 2 De citaten hieronder zijn uit beide stukken.
Lees ook: EEN WOLF KAN IN NEDERLAND NIET LEGAAL WORDEN AFGESCHOTEN VANWEGE WOLF-VEE CONFRONTATIES
Beide provincies realiseren zich inmiddels dat organisaties als Animal Rights, Bite Back, Fauna4Life en de Faunabescherming naar de rechter zullen stappen bij iedere provinciale stap die niet in het belang van de wolf is en strijdigheid oplevert met de juridisch strikt beschermde status van de wolf. De twee stukken zijn dan ook doorspekt met opmerkingen over de juridische consequenties van het voorgestelde beleid:
“Indien Drenthe besluit over te gaan tot het afschieten van probleemwolven bij aanvallen op vee, is de kans op juridische procedures aanzienlijk.”
Er zijn veel overeenkomsten tussen de stukken. Vooral Drenthe heeft veelvuldig gespiekt bij het drie maanden eerder gepubliceerde plan van Gelderland. Beide provincies zullen blijven lobbyen waar ze maar kunnen om de beschermde status van de wolf omlaag te krijgen. Gelderland werkt dat het verst uit:
“De wolf moet dan verschuiven van bijlage IV naar bijlage V van de Habitatrichtlijn zoals in andere delen van Europa al het geval is. In Nederland moet de wolf vervolgens worden aangemerkt als andere beschermde soort als bedoeld in artikel 3.10 Wet Natuurbescherming. Verstoren wordt dan eenvoudiger en opzettelijk doden of vangen vraagt dan redelijkerwijs een lichtere onderbouwing.
Ook hechten wij belang aan het schrappen van de wolf van Bijlage II van de Habitatrichtlijn die aanzet tot het aanwijzen van speciale beschermingsgebieden. Wij vinden dat reguliere soortenbescherming volstaat en aanvullende gebiedsbescherming niet wenselijk is. Specifiek bedoelen we daarmee dat we de minister vragen om de wolf definitief niet aan te wijzen als doelsoort voor Natura2000 Veluwe (ook niet in 2029).”
Beide provincies staan in principe een xenocidaal beleid voor; het zover mogelijk uitroeien van de wolf op hun grondgebied. Gelderland lijkt zich te realiseren dat dat voor de Veluwe sowieso onhaalbaar is en ook elders juridisch niet mogelijk is:
“We onderkennen dat er juridisch nu geen ruimte is voor nulstandgebieden voor wolven in Gelderland en dat ook het definiëren van bijvoorbeeld wolvencorridors ons niet gaat helpen.”
Zonder werkelijke onderbouwing noemt de provincie het huidige aantal wolven als de bovengrens:
”We vinden ook dat de praktijk uitwijst dat de aantallen wolven in Gelderland niet verder moeten groeien en willen een stand nastreven van maximaal 80 wolven in Gelderland. Populatiebeheer bij wolven moet mogelijk worden zoals dat in Gelderland ook gebruikelijk is bij andere wilde diersoorten zoals herten en zwijnen.”
Ook Drenthe ziet in dat haar droom van een wolven-nulstand niet haalbaar is:
“Vanwege de vele aanvallen van wolven op schapen en soms op ander vee streven Gedeputeerde Staten naar een wolfvrije regio. Dit staat echter op gespannen voet met de wetgeving. Het spreekt vanzelf dat Gedeputeerde Staten voorstander zijn van het verlagen van de beschermde status van de wolf op Europees niveau. Zij hebben daartoe reeds de benodigde acties in Europa en in Den Haag ondernomen en zullen dit ook blijven doen. Dit is de enige weg om binnen de wettelijke kaders stappen te zetten richting een wolfvrije regio.
Indien Europa ervoor kiest de beschermde status van de wolf te verlagen, gaat het aanpassen van de Europese en landelijke wetgeving nog jaren duren. Ondanks dat hierop ook in de komende jaren wordt ingezet, is de ambitie uit het coalitieakkoord 'een wolfvrije regio' op de korte termijn niet realistisch.”
Drenthe wordt er in het ‘Juridisch Naslagwerk Interventierichtlijn wolf-vee’ op gewezen dat het streven naar een wolvenvrije regio, onverenigbaar is met het streven naar een gunstige staat van instandhouding, die weer een van de voorwaarden is om eventueel in te kunnen grijpen:
“Althans, de kans is groot dat een bestuursrechter het op die wijze zal interpreteren […]. Om die reden is het juridische risico bij interventies groter dan in Gelderland. De provincie Gelderland brengt globaal in beeld op welke wijze aan de gunstige staat van instandhouding wordt gewerkt, hetgeen een steviger fundament biedt voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor interventies en beheer van de wolf. Overigens blijft het ook in Gelderland onzeker of deze uitwerking voldoende zal zijn bij juridische procedures.”
Beide provincies hameren ook op de angst onder de bevolking voor de wolf. Juist het demoniseren van de wolf door de rechtse politiek, dierhouders en hun belangenorganisaties maakt dat gevoel van onveiligheid tot een selffulfilling prophecy. De tweede zin van de Gelderse anti-wolf propaganda luidt:
“De aanwezigheid van de wolf geeft veel inwoners in het buitengebied op en rond de Veluwe een onveilig gevoel.”
De derde zin is:
“Gelderland heeft te maken met een groot maatschappelijk probleem.”
En zo cirkelt men dan terug naar het idee dat het zelfgecreëerde, geringe draagvlak voor de wolf meegewogen zou moeten worden in waar de ‘grenzen aan de wolf’ liggen:
“Wij zijn van mening dat bij de discussie over waar die grens moet liggen niet alleen gekeken moet worden naar ecologisch draagvlak en wettelijke verplichtingen, maar ook naar maatschappelijk draagvlak voor de wolf.“
Waar er met cijfers gesmeten wordt om aan te geven hoe groot het wolvenprobleem wel niet is, vermelden de provincies over het algemeen niet dat de dierlijke slachtoffers in overgrote meerderheid onbeschermd waren.
Toch zetten beide provincies nu in op meer beschermingsmaatregelen. Niet zozeer vanwege de aan de wolf blootgestelde, gehouden dieren, maar omdat ze inzien dat aan een eventuele ontheffing voor het afschieten van wolven minimaal de eis verbonden zal zijn dat het aangevallen vee goed beschermd was:
“Op dit moment zijn er nog geen wettelijke mogelijkheden om beheer van probleemwolven uit te voeren indien veelvuldig landbouwhuisdieren worden gedood. Mogelijk is dit op de langere termijn wel mogelijk maar dat kan dan alleen juridisch worden uitgevoerd, als de dierhouders preventieve maatregelen tegen aanvallen van de wolf hebben genomen.”
“We stimuleren onze inwoners de dieren achter wolfwerende rasters te plaatsen, ’s avonds de dieren binnen of in nachtkralen te zetten en/of eventueel kuddebewakingshonden in te zetten.”
Gelderland is daar minder stellig in:
”Duidelijk is al wel dat de inzet daarvan [kuddebewakingshonden] redelijkerwijs bij de reguliere en hobbymatige dierhouder in Nederland niet als standaard of verplichte preventieve maatregel moet worden gezien. En daarmee ook niet randvoorwaardelijk om tot verdere escalatie over te gaan. Datzelfde geldt voor ophokken van dieren overdag, uitgangspunt blijft dat dieren in Gelderland veilig buiten moeten kunnen lopen.”
Gelderland ondergraaft in een moeite door ook meteen het belang van en het vertrouwen in preventie:
”Helaas hebben we inmiddels ook ervaring met het overwinnen door wolven van wolfwerend raster dat voldoet aan de technische eisen. Daarmee is een situatie ontstaan waarin we niet langer alleen kunnen vertrouwen op preventieve maatregelen en conflictarm samenleven. Sterker nog, met preventieve maatregelen alleen gaan we het probleem niet oplossen. Eerder en laagdrempeliger ingrijpen om conflicten te voorkomen is nu cruciaal. Daarom willen we grenzen stellen aan de wolf in Gelderland.”
Drenthe zorgt wel voor wat extra motivatie voor dierhouders:
“Op termijn wordt er waarschijnlijk alleen nog schade uitgekeerd indien is vastgesteld dat de getroffen dieren achter een wolfwerend raster stonden.”
“Daarnaast heeft de provincie de plicht om melding te maken bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) indien dieren niet goed beschermd worden.”
“De NVWA werkt momenteel een handhavingskader uit om handhavend op te treden bij dierhouders die vee niet beschermen tegen aanvallen van de wolf.”
Beide provincies kijken hoopvol naar het buitenland:
“Ondertussen verschenen er berichten in de media dat andere Europese landen wel overgaan tot het beheer van wolven.”
En dan vooral naar Duitsland:
“Zo is er in Duitsland een interventiemaatregel vastgesteld die uitgaat van het beheer van een wolf als drie keer landbouwhuisdieren zijn aangevallen die achter een wolfwerend raster staan. De provincie Gelderland heeft aangegeven deze richtlijn te volgen.”
Drenthe’s wolvenplan is wat realistischer omdat het drie maanden later gepubliceerd is dan het Gelderse:
“In Duitsland is een wettelijke richtlijn geïmplementeerd, om in dat soort gevallen meteen over te kunnen gaan tot afschot. Op 12 april 2024 is de uitzonderingsvergunning die gebaseerd is op deze richtlijn, door het Oberverwaltungsgericht Niedersachsen echter vernietigd. Op basis van deze uitspraak, gecombineerd met diverse andere juridische studies die er met betrekking tot een interventierichtlijn wolf-vee zijn gedaan, heeft de provincie Drenthe voorlopig geconcludeerd dat de hierboven-genoemde interventierichtlijn, waarbij overgegaan kan worden tot afschot van een probleemwolf niet binnen de wettelijke kaders past.”
De Duitse uitspraak is gegrond op 4 punten:
- Natuurbeschermingsorganisaties zijn ten onrechte niet betrokken bij de richtlijn;
- Er is onvoldoende aangetoond dat er geen alternatieven waren (betere bescherming vee);
- Er is onvoldoende gemotiveerd waarom de schade op vee ernstig is;
- Er is onvoldoende gemotiveerd dat het af te schieten dier ook daadwerkelijk het schadeveroorzakende dier is. 3
“De volledige tekst van de uitspraak laat zien dat het bijzonder lastig zo niet onmogelijk zal worden om tot een richtlijn te komen die overeind zal blijven in gerechtelijke procedures,” concludeert men in het juridische advies aan Drenthe.
Gelderland heeft het oordeel niet gelezen of begrepen. Op 18 juni presenteerde de provincie haar wolvencommissie die vooral een anti-wolf commissie is met vertegenwoordigers van LTO, schapen- en geitenhouders, de sectorraad paarden, particulier grondbezit, terreinbeherende organisaties, gemeenten en de Faunabeheereenheid Gelderland. Geen dierenrechtenorganisaties, geen ethici, geen wetenschappers en daarmee kansloos om beheer beslissingen te nemen.
Gelderland wil graag het volgende:
”Dit betekent dat afschot van wolven mag plaatsvinden:
- bij 2 aanvallen binnen een week op goed beschermd vee, en
- als dit plaatsvond binnen een gemeente of aangrenzende gemeenten, en
- dat afschot zich beperkt tot een straal van 1.000 meter van het hart van de betreffende percelen, en
- gedurende een tijdsbestek van maximaal 21 dagen na de 2e aanval, en
- door een daartoe namens de FBE en lokale wildbeheereenheid gemachtigde jachtaktehouder.“
”Om snel te kunnen handelen moet een dergelijke ontheffing op voorhand beschikbaar zijn. We houden er, gezien het vernieuwende karakter van de aanpak, rekening mee dat deze werkwijze ook door de rechter zal worden getoetst.”
”We willen snel en laagdrempelig kunnen ingrijpen in probleemsituaties en willen daarnaast kunnen sturen op het aantal wolven in Gelderland zodat ad hoc ingrijpen zoveel mogelijk kan worden beperkt.”
Het juridisch advies aan Drenthe schetst, echter, de onmogelijkheid van dit waanidee:
“Het tweede juridische risico zit in het punt dat er, ook gezien de onduidelijkheid over de gunstige staat van instandhouding, absolute zekerheid moet bestaan dat het bij het doden van een probleemwolf dit individu daadwerkelijk verantwoordelijk is geweest voor de herhaalde aanvallen op hetzelfde vee binnen een wolfwerend raster. Dit is in de praktijk zeer moeilijk te realiseren.
[…]
Een interventierichtlijn waarbij sprake is van afschot van een probleemwolf zal zeer moeilijk of geheel niet binnen wettelijke kaders passen.”
Beide beleidsplannen konden nog geen rekening houden met het Oostenrijk-arrest dat op 11 juli werd gepubliceerd, waarin nog eens werd bevestigd dat de voorwaarden zeer streng zijn om af te wijken van de strikt beschermde status van de wolf.
Het plan van de provincie Gelderland is een beleidsstuk. Er moet een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit worden aangevraagd en verleend worden om een wolf te kunnen schieten. Als dat gebeurt zal Animal Rights bezwaar maken, een voorlopige voorziening indienen en zo nodig de voorzieningenrechter vragen om een ordemaatregel te nemen die de ontheffing schorst totdat de zaak op zitting wordt behandeld. Animal Rights ziet het oordeel van de rechtbank met vertrouwen tegemoet.