Main content

Inhoud

Het moreel failliet van de varkenshouderij

Blog: 31 mei 2019
Slacht

Als activisten een uur of 10 een stal bezetten op een varkenshouderij kent het medeleven met de boer geen grenzen. De vermeende slapeloze nachten en de economische gevolgen van tijdelijke sluiting worden breed uitgemeten. Veel verder op de achtergrond zijn er nog wat geluiden te horen over de stress die de dieren mogelijk ondervonden hebben.

Als de varkensboer echter een Chinees is en de varkenshouderij in China staat, is er van medeleven met die ‘tegenslag’ hier te lande niets te merken. Sterker nog, het nieuws over de rampspoed die de Chinese varkenshouders is overkomen en de vernietiging van mogelijk meer dan honderd miljoen varkens leidt bij Nederlandse varkensboeren en hun vertegenwoordigers tot een jubel-stemming.

De Rabobank, koele, gewetenloze financier van dierenuitbuiting spreekt over “opportunities” voor “animal protein exporters”. Een dodelijke epidemie met miljoenen slachtoffers reduceren tot “opportunities” is zelfs voor deze dierenleedbank een dieptepunt.

Sinds de ontdekking van de Afrikaanse Varkens Pest (AVP) in augustus 2018 heeft de virusziekte zich over alle provincies van China verspreid. Dit zou gevolgen hebben voor tussen de 150 miljoen en 200 miljoen dieren. Het verlies aan ‘productie’ is even groot als de volledige varkensconsumptie in Europa, en 30% groter dan de Amerikaanse ‘productie’. Het gaat dan ook om bijna de helft van de totale Chinese varkenspopulatie.

Varkens worden bij ruimingen in China levend in massagraven gebulldozerd of er door grijpers van grote hoogte in gestort. Varkens die proberen weg te komen, worden door de machines genadeloos teruggedreven. Vervolgens worden de dieren levend begraven of eerst nog in brand gestoken. De landelijke media concentreert zich echter vooral op de economische gevolgen.

De NOS heeft het na de kop “Miljoenen geruimde varkens leiden tot hogere vleesprijs” over “Goed nieuws voor de varkensboeren die niet getroffen zijn, maar slecht nieuws voor de vleesverwerkers die door het virus meer geld kwijt zijn aan hun ‘grondstof’.” Ze weten ‘grondstof’ nog net tussen aanhalingstekens te plaatsen, maar die zijn verdwenen in de rest van het artikel.

De Telegraaf kopt “Varken peperduur door pest” en voegt daar aan toe: “Het plakje boterhamworst, ontbijtspek in de supermarkt of de babi pangang bij de Chinees gaat fors in prijs stijgen.”

Onder journalisten is er gelukkig hier en daar, als roepende in de woestijn, nog een tegengeluid te vinden. Maarten Schinkel schrijft in het NRC: “Ja, zaken zijn zaken en de mensheid is groot. Maar als je nog geen vegetariër was, zou je het worden.”

Die consideratie is er in de varkenssector niet. "We zijn erg blij met de hoge prijzen", zegt Eric Stiphout, bestuurslid bij de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV). Er is echter wel enige angst dat de AVP ook Nederland bereikt. "Die zorgen drukken de feestvreugde wel", zegt Stiphout. Aan het feit en de effecten van het door een regering, op systematische wijze, goed georganiseerd, massaal vernietigen van onschuldige, levende, voelende wezens die merendeels niets mankeren, kan je allerlei kwalificaties ophangen, maar “feestvreugde” hoort daar niet bij.

Ook Frans van Dongen van de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) kwalificeert de hogere prijzen als “heel mooi”, zonder ook maar een woord aan het lot van de boeren en varkens in China te wijden.

Varkenshouder Willy Wolfkamp komt er in het propaganda blaadje van de varkensindustrie ‘pigbusiness’ - de naam alleen al - recht vooruit: “Deze zeer besmettelijke ziekte woekert in volle omvang verder en daar plukken we komende zomer volop de vruchten van. Het is ironisch, dat het spreekwoord ‘de een z’n brood is de ander z’n dood’, hier bijna letterlijk geldt. Miljoenen varkens zijn in China geruimd. De smaak van stijgende varkensprijzen is daarom wel een beetje bitterzoet. Daarbij voelen wij ook nog steeds de dreiging. […] Komt de varkenspest wel in ons land, dan is voor ons het feest snel ten einde.” Met de woordkeuzes “de vruchten volop plukken”, “de een z’n brood …”, “een beetje bitterzoet”, en “feest” geeft hij de houding van de varkensindustrie duidelijk weer.

Geen krokodillentranen dus voor Chinese boeren, laat staan voor Chinese varkens. De varkensindustrie kent aan dieren alleen economische waarde toe. Respect voor het leven speelt daarbij geen enkele rol en dat is duidelijk zichtbaar in stallen zoals die in Boxtel. Om het moreel failliet van deze sector aan te tonen hoef je geen stal te bezetten of heimelijk opnames te maken. De eigen woorden over financiële meevallers en het grote zwijgen over het dierenleed in China spreken voor zich.