Inhoud
Het vonnis in de zaak Slachthuis Izegem
Op 12 september 2017 publiceert Animal Rights gruwelijke beelden gemaakt op 17, 20, 24 en 31 juli 2017 in het slachthuis van Izegem. Diezelfde dag legt Animal Rights een klacht neer bij de Vlaamse inspectie Dierenwelzijn.
Controle van het slachthuis
Die morgen voert de inspectie Dierenwelzijn een controle uit in het slachthuis en doet de volgende vaststellingen:
- Aan de fixatiebox is een scherpe rand aanwezig ter hoogte van de openingswand waaraan dieren zich kunnen kwetsen.
- Wanneer dieren in de fixatiebox staan, kunnen zij andere opgetakelde runderen ter hoogte van de uitbloedingslijn zien hangen.
- De standaardwerkwijzen zijn onvolledig.
- De monitoringsprocedure op de bedwelming is onvolledig.
- De controle op de bedwelming wordt niet uitgevoerd op een representatieve steekproef van de dieren.
Analyse van de beelden
De videobeelden worden door de inspecteurs van Dierenwelzijn geanalyseerd en de vaststellingen ter zake opgenomen in een proces verbaal (pv). Er worden diverse inbreuken vastgesteld:
- De dieren worden herhaaldelijk hard geslagen met een stok op de flank, de achterhand en/of de kop.
- De dieren worden herhaaldelijk met een stok in de anusstreek gepord waardoor ze vermijdbaar pijn en lijden berokkend worden.
- Herhaaldelijk en kort na elkaar wordt een elektrische prikkelaar gebruikt waarbij soms gedurende meerdere seconden elektrische schokken worden toegebracht en schokken op verschillende lichaamsdelen worden toegebracht waaronder de rug en romp.
- De dieren achter het dier dat zich in de fixatiebox bevindt, worden niet tegengehouden en de schuif aan de achterzijde van de fixatiebox bevat geen beveiligingssysteem waardoor dieren bij het neerlaten van de schuif soms klem komen te zitten.
- De toestand van bewusteloosheid en gevoelloosheid wordt niet aangehouden tot bij het dier de dood is ingetreden doordat ze niet steeds correct bedwelmd worden.
- Er worden onvoldoende controles uitgevoerd om te garanderen dat de dieren geen tekenen van bewustzijn of gevoeligheid vertonen in de periode tussen het einde van het bedwelmingsproces en hun dood. Daardoor worden dieren losgelaten uit de fixatiebox, opgetakeld en gekeeld zonder dat zij volledig buiten bewustzijn zijn.
- Er worden dieren geslacht zonder voorafgaande bedwelming zonder dat het gaat om slachtingen voorgeschreven door de ritus van een eredienst.
- De fixatiebox fixeert de dieren onvoldoende waardoor zij te veel bewegingsruimte hebben en de kop 180° achterom kunnen draaien. Hierdoor kunnen ze zich kwetsen. De tijd tussen fixatie en bedwelming wordt onnodig verlengd, het risico op een verkeerde plaatsing van het bedwelmingspistool neemt sterk toe.
- Runderen kunnen met de poten door de opening van de zijwand glijden, daardoor kan de fixatiebox geopend worden en kunnen zij zich verwonden.
- Dieren zien andere dieren opgetakeld worden wat vermijdbare angst veroorzaakt.
- Dieren vertonen tekenen van vermijdbare pijn, angst of abnormaal gedrag en vertonen nog tekenen van bewustzijn op het moment van loslaten uit de fixatiebox.
- Dieren worden niet steeds correct bedwelmd. Zij moeten dan een tweede keer bedwelmd worden en/of worden zonder volledig bewustzijnsverlies getakeld en/of gekeeld.
- De standaardwerkwijzen zijn niet of onvoldoende gedetailleerd voor de verschillende stappen in het proces van bij aankomst van de dieren in het slachthuis tot aan hun dood. Er kan dus niet gegarandeerd worden dat het doden van dieren en daarmee verband houdend activiteiten plaatsvonden overeenkomstig de reglementaire bepalingen.
- Het personeel is onvoldoende bekwaam.
- Hetzelfde personeelslid moet de dieren in de fixatiebox drijven en bedwelmen waardoor de tijd tussen de fixatie en de bedwelming verlengd wordt.
- De monitoringsprocedures voor het controleren op bewustzijnsverlies zijn ontoereikend aangezien niet alle dieren buiten bewustzijn zijn op het moment van keling.
Het proces
De klacht van Animal Rights wordt samen met twee pv’s overgemaakt aan het parket op 11 oktober 2017.
Er vinden openbare rechtszittingen plaats op 24 september 2019, 23 maart 2020, 28 september 2020 en 25 januari 2021. Op die laatste datum worden de debatten gesloten, de zaak in beraad genomen en voor uitspraak gesteld op de openbare rechtszitting van 22 februari 2021. Dat wordt uiteindelijk doorgeschoven naar 22 maart 2021.
De twee beklaagden zijn: NV E.E.G. Slachthuis Verbist Izegem en “gedelegeerd bestuurder” Lodewijk Verbist.
De tenlasteleggingen
De tenlasteleggingen worden onderverdeeld in letters van het alfabet. A t/m D vertegenwoordigen inbreuken op de Europese Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden. 1 A en B gaan over de algemene voorschriften voor het doden van dieren en daarmee verband houdende activiteiten, zoals vooral vastgelegd in Artikel 3.1: “Bij het doden van dieren en daarmee verband houdende activiteiten wordt ervoor gezorgd dat de dieren elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden wordt bespaard.”
Tenlastelegging C gaat over inbreuken op Artikel 6 waarin staat dat bedrijfsexploitanten standaardwerkwijzen op moeten stellen en uitvoeren om te waarborgen dat het doden van dieren en de daarmee verband houdende activiteiten overeenkomstig Artikel 3, lid 1, plaatsvinden.
Tenlastelegging D gaat over inbreuken op Artikel 16 waarin staat dat bedrijfsexploitanten in slachthuizen passende monitoringsprocedures invoeren en toepassen
A tot en met D komen direct voort uit de beelden van Animal Rights, uit de analyse van die beelden door de inspecteurs van Dierenwelzijn en de inspectie van het slachthuis dat volgde op de openbaring van de beelden.
Tenlastelegging E gaat over inbreuken op Artikel 17 en 18 van de dierengezondheidswet: runderen te hebben verplaatst of verhandeld, zonder dat deze runderen vergezeld waren van hun paspoort, namelijk door het vervoer van runderen zonder (correct) paspoort.
Tenlasteleggingen F, G en H gaan over “hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong” 2, “levensmiddelenhygiëne” 3 en “gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten” 4.
-
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=CELEX%3A32009R1099</a ↩
-
https://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2004:226:0022:0082:NL:PDF</a ↩
-
https://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CONSLEG:2004R0852:20090420:NL:PDF</a ↩
-
https://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2009:300:0001:0033:NL:PDF</a ↩
Oordeel van de rechter
A
Aangevoerd wordt dat inspecteurs van het FAVV in verband met de infrastructuur ante mortem op de documenten van 02-08-2017, een maand voor de controle van 12-09-2017 hebben aangeduid dat de infrastructuur van de inrichting van die aard is dat verwondingen bij dieren worden voorkomen.
Wat de opstelling betreft van de fixatiebox ten opzichte van de uitbloedingslijn, stelt het slachthuis dat hierover nooit een opmerking werd gemaakt noch door de BMO-dierenartsen noch door de controledierenarts van het FAVV.
De rechtbank is van oordeel dat dit zeer aannemelijk is en er geen elementen in het dossier zitten die dit weerleggen zodat beklaagden er derhalve mochten op vertrouwen dat deze opstelling conform was met de regelgeving inzake Dierenwelzijn.
De rechtbank stelt het de schending van het vertrouwensbeginsel vast en spreekt beide beklaagden vrij van de tenlastelegging A.
De vrijspraak op dit punt berust dus op het falen van de FAVV om misstanden in het slachthuis eerder op te merken en aan te pakken. Dit is natuurlijk een onzinnige redenering. De wet schrijft voor waar een slachthuis aan dient te voldoen, ongeacht een falende handhaver. De dieren zouden hier nooit de dupe van mogen zijn.
B-D
Met betrekking tot de beelden die Animal Rights maakte, is naar oordeel van de rechtbank sprake van een ernstige schending van het recht op privacy van de beklaagden. “Het beeldmateriaal dat Animal Rights op deze wijze heeft verzameld met miskenning van het recht op privacy maakt onrechtmatig verkregen bewijs uit,” oordeelt de rechter. Ze vervolgt: “De ernst van de misdrijven waardoor de beklaagden worden vervolgd, overstijgt dit recht op privacy niet.”
De rechtbank oordeelt (opnieuw) dat het recht op privacy van de dierenmishandelaars zwaarder weegt dan het doodmartelen van dieren. Ze schrapte daarom de beelden als bewijsmateriaal.
Hieruit volgt vrijspraak op B en D.
Met betrekking tot C is de rechtbank van oordeel dat de vaststellingen van de inspecteur niet voldoende duidelijk zijn en evenmin worden verduidelijkt door enig stuk. Vrijspraak op grond van twijfel.
Vrijspraak op deze eerste 4 punten houdt in dat ook de vordering tot sluiting wordt genegeerd.
Wel belangrijk is dat Animal Rights ook in deze zaak ontvankelijk is verklaard op grond van haar statuten.
E
Uit het strafdossier blijkt dat er in de incriminatieperiode van 22-09-2016 tot en met 08-03-2018 veelvuldig vaststellingen werden verricht van het vervoer van runderen zonder het (correct) paspoort en acht de tenlastelegging bewezen.
Ook de hygiëne-aanklachten van F tot en met H worden bewezen geacht.
Recidive
Het slachthuis werd al eerder veroordeeld wegens inbreuken betreffende de milieuvergunning op 12-01-2018.
Boetes
Voor tenlastelegging E (paspoorten) krijgt het slachthuis een boete van 4000 euro en voor F t/m H (hygiëne) eveneens 4000 euro boete. Lodewijk Verbist krijgt een boete van 2000 euro (of een vervangende gevangenisstraf van 21 dagen) voor E en eveneens 2000 euro voor F tot en met H.
Daar bovenop komen voor beide nog enkele honderden euro's voor het ‘Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en de occasionele redders’ (200), het ‘Begrotingsfonds voor juridische tweedelijnsbijstand’ (20), een vaste vergoeding voor beheerskosten in strafzaken (50) en de gerechtskosten (28,77 en 46,77 respectievelijk).
Animal Rights
Animal Rights concludeert dat de gerechtelijke macht fungeert als een verlengstuk van de wettelijke macht die de uitbuiting en massamoord op levende, voelende wezens anders dan de mens niet alleen toestaat, maar zich ook tot doel heeft gesteld om de winstgevendheid ervan te beschermen.
Dat de rechter de privacy van de dierenmishandelaars belangrijker vindt dan het mishandelen van runderen en daarmee het overtreden van de Wet is obsceen. Animal Rights gaat dan ook in beroep.
De beelden spreken voor zich en de analyse van de beelden door de inspecteurs van Dierenwelzijn laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Dat de Vlaamse rechterlijke macht deze mensen vrijspreekt, doet niets af aan hun schuld. Voor de publieke opinie zullen zij altijd schuldig blijven aan dierenmishandeling.
Deze vrijspraak van dierenmishandeling schaadt het vertrouwen van de burger in de rechterlijke macht. Rechter E. Wouters maakte duidelijk dat de dieren, hoe vreselijk ze ook mishandeld worden, van justitie geen gerechtigheid hoeven te verwachten.
Dit soort uitspraken zal Animal Rights op geen enkele wijze ontmoedigen. Het is onze morele plicht om de uitbuiting van niet-menselijke dieren aan de kaak te blijven stellen en dat zullen we dan ook doen!