Inhoud
Jagers doden 160.000 wilde dieren in Zuid-Holland
In 2016 werden in de provincie Zuid-Holland maar liefst 160.000 wilde dieren door jagers gedood. Het gaat om verschillende soorten vogels, zoals ganzen, eenden, duiven, knobbelzwanen, fazanten, kraaien en roeken en dáárnaast nog konijnen, vossen, hazen, reeën en herten. Ondertussen is er amper controle op de jacht en ondergaan vele dieren een lange lijdensweg.
Volgens de Jagersvereniging zijn er 21.000 jagers in Nederland.
Georganiseerde jacht
De jagers in Zuid-Holland, verenigd in 17 wildbeheereenheden, mogen buiten het jachtseizoen jagen als er een beheerplan is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. In zo’n beheerplan staat omschreven om welke diersoort het gaat, welke schade de dieren (mogelijk) aanrichten, de populatieomvang en de jachtplannen.
Een team van drie betaalde medewerkers van de overkoepelende Faunabeheereenheid Zuid-Holland stelt de beheerplannen op. Gedeputeerde Staten geeft vervolgens een ontheffing af voor de jacht op de betreffende diersoort.
Jachtseizoen
Vanaf midden augustus en midden oktober tot eind december of januari is het jachtseizoen geopend en mag er zonder ontheffing gejaagd worden. Jagers kunnen dan schieten op wilde eenden, konijnen, fazanten, houtduiven en hazen.
Drijfjacht
Een veel voorkomende methode tijdens het jachtseizoen is de drijfjacht. Hierbij worden hazen en fazanten door een groep jagers een bepaalde kant opgejaagd waar vervolgens een andere jager klaar staat om te schieten. In 2016 werden in de provincie Zuid-Holland ruim 13.000 hazen en 1.500 fazanten gedood. In de Hoeksche Waard werden de meesten hazen (ruim 3.500) en fazanten (bijna 500) geschoten.
Doden voor je plezier
“Jagen is onze passie, onze manier van leven. Voor ons is zorgen voor en eten uit de natuur vanzelfsprekend,” is het statement dat op de website van de Jagersvereniging staat. Met andere woorden: de jagers genieten van het schieten op dieren. In het jachtseizoen wordt er uit de natuur ‘geoogst’ en de geschoten dieren opgegeten of verhandeld.
De jagers zorgen er voor dat de populatie van de betreffende diersoort niet te veel afneemt: ze willen immers tot in de eeuwigheid blijven jagen. Waar de jager geen rekening mee houdt is het leed van het individuele dier en de ontwrichtende werking van het wegvallen van een dier uit een groeps-of familieband.
Boerenbelangen
Door schade en schande zijn de jagers wijs geworden. De plezierjacht is bij menigeen geen populair thema. Wie schiet er nu dieren voor zijn lol? Om toch draagvlak te creëren zetten de jagers zich ondermeer in als de hoeders van boerenbelangen. Wilde dieren houden zich immers niet aan door mensen gemaakte afspraken en grazen graag op een weiland of snoepen van de verbouwde groenten en fruit. De boeren worden financieel gecompenseerd door het Faunafonds maar om de schade terug te dringen worden er beheerplannen van dierpopulaties opgesteld. Dit geeft de jager een vrijbrief om buiten het jachtseizoen op wilde dieren te jagen.
Provincie Zuid-Holland heeft dubbele pet op: zij dient de jacht te controleren maar is ook direct betrokken.
Dierenleed
In de praktijk komt het vaak voor dat dieren niet met een schot direct worden gedood: het gaat om levende en bewegende doelen. Bij het gebruik van hagel worden dieren regelmatig door slechts een of enkele hagelkorrels geraakt, waardoor ze alleen gewond raken. Zo blijkt uit onderzoek dat zo’n 40% van alle ganzen in Nederland met hagel in zijn lijf rondvliegt. 1
Bij grotere diersoorten is het sowieso moeilijk om vitale organen te raken met als gevolg dat ook deze dieren niet direct worden gedood. Daarnaast is er in een aantal gevallen sprake van onervarenheid en ondeskundigheid. Ook het jagen in de schemer op wegvliegend en wegrennend wild bemoeilijkt het doden. Daardoor raken veel dieren gewond of verminkt en lijden ze veel pijn. Ook worden middelen en methoden gebruikt die veel leed veroorzaken. Hierbij valt te denken aan het gebruik van levende lokvogels of het gebruik van aardhonden en fretten. Deze dieren vechten vaak ondergrondse gevechten uit met vossen of konijnen om ze uit hun holen te jagen.
Jacht in Zuid-Holland
- 2.557 knobbelzwanen
- 8.980 konijnen
- 21.512 wilde eenden
- 294 reeën
- 2.500 kraaien
- 1.700 smienten
- 1.197 kauwen
- 390 damherten
- 13.473 hazen
- 20.600 houtduiven
- 1.541 fazanten
- 10.919 brandganzen
- 49.950 grauwe ganzen
- 4.203 kolganzen
- 9.894 Canadese ganzen
- 7.527 nijlganzen
- 202 boerenganzen
- 9 Indische ganzen
Amper controle
De provincie Zuid-Holland heeft een dubbele pet op wanneer het aankomt op de jacht: zij dienen deze te controleren maar zijn ook direct betrokken bij het keuren van de beheerplannen en de financiering van de Faunabeheereenheid.
Animal Rights directeur Robert Molenaar heeft meerdere malen gemerkt dat deze dubbele pet van de provincie er voor zorgt dat er feitelijk geen controle plaats vindt op de uitvoering van de jacht: "We hebben beelden gemaakt van dieren die aangeschoten worden en vervolgens niet uit hun lijden worden verlost. We hebben deze beelden opgestuurd naar de provincie Zuid-Holland maar hier wordt helemaal niks mee gedaan.”
Volgens de gedragsregels van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging moet de jager alle middelen aanwenden om dieren niet onnodig te laten lijden. De jagersvereniging reageert echter in de media laconiek op de gemaakte beelden: “Als je bij een stoplicht filmt dat iemand door rood rijdt, betekent dat dan dat iedereen door rood rijdt? Dat lijkt me niet.” Dat er een rits van filmpjes gemaakt is waarbij keer op keer te zien is dat wilde dieren die aangeschoten zijn aan hun lot worden overgelaten, is ook bij de Jagersvereniging bekend.
Er zijn geen cijfers beschikbaar van de jacht op de vos. De cijfers zijn afkomstig uit de beheerplannen en via informatieverzoeken bij de provincie Zuid-Holland.