Main content

Inhoud

Minister Van der Wal misleidt Kamer in brief over wolvenbeleid

Nieuws: 7 oktober 2023
Slacht

Op 5 september 2023 diende Minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal-Zeggelink een Kamerbrief in over het wolvenbeleid. 1 Ze pretendeert daarin dat 'de rechter' en zij hetzelfde denken over het beschermen van gehouden dieren tegen de wolf. Dat is pertinent niet waar. De minister misleidt hiermee de Tweede Kamer.

Wat staat er in de brief

Onder de kop ‘Handhaving bescherming vee’ gaat ze in op een van de verzoeken van Animal Rights aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) om handhavend op te treden tegen dierhouders die geen of onvoldoende voorzorgsmaatregelen nemen om ‘hun’ dieren te beschermen tegen aanvallen door een wolf: “Volgens de stichting handelt de schapenhouder hiermee in strijd met artikel 1.6, derde lid, van het Besluit houders van dieren (Bhd).“

Artikel 1.6, derde lid, van het Besluit houders van dieren

Een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen slechte weersomstandigheden, gezondheidsrisico’s en zo nodig roofdieren. 1

Ze zegt hierover: “Het handhavingsverzoek is afgewezen omdat de voorzieningenrechter het standpunt deelt dat dierenhouders die nog niet alle bestaande wolfwerende maatregelen hebben genomen niet in overtreding zijn. De schapenhouder heeft gedaan wat onder de huidige omstandigheden van hem verwacht kan worden om aanvallen op zijn schapen te voorkomen en zijn dieren tegen wolven te beschermen. Daarom ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om de minister te gelasten handhavend op te treden.”

Animal Rights is het niet eens met de conclusie dat deze schapenhouder heeft gedaan wat onder de huidige omstandigheden van hem verwacht kan worden, maar daar gaat het hier niet om.

Wat is er misleidend

Het gaat om die eerste zin. De voorzieningenrechter zou het standpunt delen dat dierenhouders die nog niet alle bestaande wolfwerende maatregelen hebben genomen niet in overtreding zijn. Dat is inderdaad de kern van de uitspraak in het verzoek om een voorlopige voorziening (met de nadruk op ‘voorlopig’): “De schapenhouder heeft naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter gedaan wat onder de huidige omstandigheden van hem verwacht kan worden om aanvallen op zijn schapen te voorkomen en zijn dieren tegen wolven te beschermen, zodat geen sprake is van overtreding van art. 1.6 lid 3 Besluit houders van dieren.”

Dit is echter helemaal niet het standpunt van de minster, uitgedragen door de NVWA!

In de besluiten op de handhavingsverzoeken van Animal Rights en de beslissingen op bezwaar daar tegen houdt de NVWA vol ”dat niet gesteld kan worden dat er door schapen niet of onvoldoende te beschermen tegen de wolf, sprake is van een overtreding van artikel 1.6, derde lid, van het Bhd.”

De uitspraak van de voorzieningenrechter is juist in tegenspraak met het standpunt van de minister!

De minister, bij monde van de NVWA, draagt dus het standpunt uit dat van dierhouders niet verwacht wordt dat ze schapen en andere gehouden dieren beschermen tegen wolven. Ondanks dat het Bhd zegt: ”Een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen slechte weersomstandigheden, gezondheidsrisico’s en zo nodig roofdieren.”

Dit is natuurlijk volstrekt onhoudbaar voor een rechtbank en was dan ook niet het ”standpunt” van de voorzieningenrechter.

De minister en ‘haar’ NVWA weten ook wel dat dit een gelopen zaak is en ze voor de rechter zullen verliezen. Ze zetten nu vooral vertragingstactieken in, die nog tientallen, zo niet honderden, schapen en andere gehouden dieren het leven zullen kosten. Met verdere demonisering van de wolf als direct resultaat.

Susan Hartland, Animal Rights

Een juridisch expert trekt dezelfde conclusie

In een noot bij de uitspraak door juridisch expert mr.drs. Bart Arentz trekt hij dezelfde conclusie als Animal Rights:
”De Minister van LNV - het bevoegd gezag in het kader van de Wet dieren - had het handhavingsverzoek in kwestie afgewezen en wel op vrij algemene en principiële gronden: tijdens de transitiefase die Nederland doormaakt acht de Minister nog geen wettelijke verplichting tot bescherming tegen de wolf aanwezig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek wel af, maar volgt - zo lijkt het - de Minister niet in dit verstrekkende betoog. Omdat de schapenhouder een wolfwerend raster had geplaatst had de schapenhouder gedaan wat onder de huidige omstandigheden van hem verwacht kan worden om aanvallen op zijn schapen te voorkomen.” 1

Dhr. Arentz ziet voor Animal Rights dan ook ”een lichtpuntje. “Niets doen” lijkt geen optie meer. En volgens de schapenhouder zijn er nog veel collega’s die precies dat doen …”

Wolvenbeleid

“Niets doen, is geen optie, maar ‘niets doen’ is precies wat de minister en de NVWA doen!”, zegt Animal Rights directeur Susan Hartland. “De minister en ‘haar’ NVWA weten ook wel dat dit een gelopen zaak is en ze voor de rechter zullen verliezen. Ze zetten nu vooral vertragingstactieken in, die nog tientallen, zo niet honderden, schapen en andere gehouden dieren het leven zullen kosten. Met verdere demonisering van de wolf als direct resultaat.”

Ook haar eigen Kamerbrief laat zien dat het standpunt van de minister onhoudbaar is. Onder de kop ‘Interprovinciaal wolvenplan’ staat bijvoorbeeld dat het Interprovinciaal wolvenplan uit 2019 in april 2023 een addendum heeft gekregen waarin onder andere staat: ”Mogelijkheid tot voorwaardelijkheid van de tegemoetkomingsregeling in de subsidiegebieden voor preventieve maatregelen.” Men werkt dus toe naar beleid waarbij een ‘schade’ uitkering niet meer onvoorwaardelijk is, zoals nu, maar afhankelijk wordt van genomen preventieve maatregelen.

Onder de kop ‘Wolven in de EU’ staat geschreven:
”De Europese Commissie (EC) heeft geconstateerd dat de terugkeer van de wolf naar EU-regio's waar de wolf al lange tijd afwezig is, kan leiden tot conflicten met lokale landbouw- en jachtgemeenschappen. Met name wanneer maatregelen ter voorkoming van aanvallen op vee niet op grote schaal worden toegepast.”
De EC constateert dus - vertaald naar de Nederlandse situatie - dat wolf-gerelateerde conflicten rechtstreeks verband houden met het niet naleven van art. 1.6 lid 3 Besluit houders van dieren.

Ze realiseert zich dat zelf ook. In het verslag van het commissiedebat Stikstof, NPLG en natuur van 20 september 2023, laat de minister optekenen: “Ik moet ook eerlijk zeggen dat de veehouder juridisch gezien verantwoordelijk is voor het beschermen van de dieren. Daar zijn ook subsidieregelingen voor. Maar die worden niet veel ingezet, moet ik zeggen. De provincies hebben goede subsidieregelingen voor wolfwerende rasters et cetera om ook preventief veel meer te doen. Het is echt van belang dat ze die informatie meer opzoeken, want BIJ12 bijvoorbeeld geeft die informatie gewoon. Ik zie graag dat hier optimaal gebruik van wordt gemaakt.”