Inhoud
Hoorzitting inzake de klacht tegen Grapperhaus
Op 25 november 2019 treedt de Minister van Justitie & Veiligheid Ferdinand Grapperhaus op als gastspreker tijdens de Algemene Ledenvergadering van de Producenten Organisatie Varkenshouderij POV. Op 5 december doen 12 organisaties en 122 personen aangifte tegen de minister. De aangifte behelst drie klachten. Ten eerste roept de minister op tot het plegen van diefstal (de auto’s van activisten) en ten tweede tot het mishandelen van dierenactivisten (de hogedrukspuit). Ten derde zet Grapperhaus met zijn uitspraken aan tot haat tegen, discriminatie van of gewelddadig optreden tegen dierenrechtenactivisten en laat zich bovendien opzettelijk beledigend uit over hen. Op 6 januari kwam het bericht dat Grapperhaus zijn uitlatingen deed vanuit zijn functie als minister van veiligheid en justitie en daarmee voor de gewone burger onschendbaar is. Daarom zetten de organisaties de aangifte om in een klacht bij de minister zelf en eisen ze excuses voor zijn uitlating. De hoorzitting behorende bij dit onderzoek vond 20 mei plaats. Hieronder is Animal Rights' bijdrage te lezen. Ook EDEV deed het woord.
De commissie gaat een advies uitbrengen waarna het ministerie van Justitie en Veiligheid met een oordeel zal komen. Hier kunnen een aantal weken overheen gaan. Mocht deze uitspraak ons niet bevallen dan kan altijd nog een stap naar de Nationale Ombudsman volgen.
Hoorzitting inzake de klacht tegen Grapperhaus
De aangifte tegen de minister van Justitie & Veiligheid, noodzakelijk omgezet in een klacht, gaat over zijn uitlatingen op 25 november en specifiek over drie onderdelen daarvan: Ten eerste roept de minister op tot het plegen van diefstal (de auto’s van activisten) en ten tweede tot het mishandelen van dierenrechtenactivisten (de hogedrukspuit). Grapperhaus misbruikt feitelijk zijn ministerieel gezag door de indruk te wekken dat de volgens hem te plegen diefstal en mishandeling onbestraft zullen blijven. Anders gezegd doet de minister impliciet de belofte dat varkenshouders die tot diefstal of mishandeling over gaan niet worden vervolgd. Ten derde zet Grapperhaus met zijn uitspraken aan tot haat tegen, discriminatie van of gewelddadig optreden tegen dierenrechtenactivisten en laat zich bovendien opzettelijk beledigend uit over hen.
Grapperhaus hele houding tijdens de bewuste bijeenkomst is er een van een minister van Justitie die slechts een gedeelte van de Nederlandse bevolking vertegenwoordigt, waaronder wel de veeboeren, maar zeker niet die mensen die opkomen voor de allerzwakste in de samenleving, de dieren. Dierenrechtenactivisten duidt Grapperhaus consequent aan met “deze figuren”, “die lui”, “dierenextremisten”, etc.
Vanuit het standpunt van de varkensboeren spreekt Grapperhaus steeds over “we”: “… we vinden dat het de taak is van de politie om er wél meteen iets aan te doen”, “[z]o krijgen we deze figuren namelijk niet tot stilte.”, “we moeten deze figuren weg krijgen. Ofwel achter tralies, ofwel land uit, ofwel zoveel boetes dat ze alleen nog krantenwijk kunnen lopen.”
Het hele optreden van Grapperhaus weerspiegelt een duidelijk gebrek aan respect naar een deel van de bevolking toe.
Grapperhaus zet die avond dierenrechtenactivisten in het algemeen en de stalbezetters van Boxtel in het bijzonder weg als gewelddadige terroristen met uitspraken als: “Moest denken aan die gasten die ooit huis van Aad Kosto in de fik staken.” "Die dierenextremisten intimideren de werknemers, slopen de boel, besmetten de dieren. Die vragen niet netjes een vergunning aan om te demonstreren. Die doen aan eigenrichting. Sabotage gericht.” "Activisten zijn er alleen maar om dingen kapot te maken en te provoceren.” Verder bezigt hij het woord 'mobiel banditisme’ met betrekking tot het gebruik van sociale media.
Tegen de pers beweert Grapperhaus al snel dat zijn woorden ‘nogal verwrongen weergegeven’ zijn, maar de persoon achter het liveblog bevestigt desgevraagd tegenover de Volkskrant dat de uitspraken van de minister wel degelijk goed zijn weergegeven. Ook tegenover bijvoorbeeld EditieNL, 1 in een uitzending waarin de schade die een hogedrukspuit kan aanrichten wordt gedemonstreerd, verdraait Grapperhaus zijn eigen woorden als een man die weet dat hij fout zit, maar die het aan het fatsoen ontbreekt om dat ook toe te geven.
Op 23 januari 2020 stuurde minister Grapperhaus een brief naar de Tweede Kamer die moest doorgaan voor antwoorden op Kamervragen gesteld door Esther Ouwehand (PvdD) over zijn uitspraken bij de Algemene Ledenvergadering van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV). Veel verder dan een bevestiging van zijn aanwezigheid als minister van Justitie en Veiligheid kwam het echter niet.
Op de acht vragen die gingen over de minister’s specifieke uitlatingen van die avond, waaronder de oproepen tot diefstal, geweld en haat, en de consequenties daarvan, kwam geen antwoord. Hij groept deze samen in een verklaring waarin hij het heeft over ‘handelingsperspectieven’ die aan de orde zijn gekomen.
Zelden heb ik een minister met een dergelijke minachting voor de Tweede Kamer zien reageren. Een Kamervraag is een van de meest gebruikte democratische middelen om de regering te controleren. Grapperhaus profileert zich als een ‘gesetz ist gesetz’ man, maar als het aankomt op verantwoording afleggen voor zijn eigen daden, in dit geval uitspraken, geeft hij niet thuis.
Dierenrechtenactivisten zijn niet de enige die zich realiseren dat wat Grapperhaus doet niet door de beugel kan. Jean-Pierre Geelen schreef op 1 december 2019 in een column in de Volkskrant getiteld ‘De bananenrepubliek Nederland is niet zo heel ver weg’: “Hoe je ook over dierenactivisme denkt: het gaat hier om een principe, over de staat, de burger, bescherming en vrijheden. […] een minister van Justitie die oproept tot wapenen tegen andersdenkenden. De bananenrepubliek is niet zo heel ver weg.”
Sytze Faber benoemt Grapperhaus’ gedrag en de gevolgen ervan in een column in het Friesch Dagblad: “Niet zo gek dat boeren plannen smeden om de voedselvoorziening voor Kerst te blokkeren. Het zal immers wel wat kunnen lijden bij een minister van Justitie, die zich niet gedraagt als dienaar van de Kroon, maar als een dolgedraaide populistische volkstribuun. […] een demagoog als Grapperhaus ondermijn[t] de democratische rechtsstaat.”
Grapperhaus zelf trekt op de ledenvergadering de onpartijdigheid van de rechterlijke macht in twijfel: “Deze mensen weten altijd weer wat mazen in de wet te vinden of wekken medelijden op bij rechter.” En ook de integriteit van de media: “Laat je niet provoceren. Ook niet door media”
Interessant is dat Grapperhaus verwijst naar het 'Dreigingsbeeld Terrorisme': “Elk half jaar komt 'Dreigingsbeeld Terrorisme' uit. Dierenextremisten hebben daar sinds een jaar weer een paragraaf in. Nationaal coördinator Veiligheid heeft dit goed in beeld. Zo houden we extremisme goed in de gaten.”
In het meest recente 'Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland’ van Mei 2020 van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid wordt over dierenrechtenactivisme gezegd: “De Nederlandse dierenrechtenbeweging […] uit zich voornamelijk in vreedzame demonstraties.”
Voor de eerste keer wordt in het Dreigingsbeeld nu ook het ‘boerenextremisme’ genoemd: "Sinds het najaar van 2019 vinden demonstraties van boeren plaats tegen met name het stikstofbeleid van de Nederlandse overheid. De demonstraties verlopen over het algemeen vreedzaam. Uitzondering vormt de wijze waarop Farmers Defence Force (FDF) zich manifesteert. […] De excessen in het optreden van FDF dragen bij aan maatschappelijke polarisatie …”
Deze klacht gaat over de uitspraken van Grapperhaus op de de Algemene Ledenvergadering van de Producenten Organisatie Varkenshouderij POV. Het POV is niet het FDF maar er is onmiskenbaar een grote overlap in leden en overtuigingen. Voorzitter Linda Janssen van POV heeft in het televisieprogramma Jinek, laten weten dat zij lid is van Farmers Defence Force. 2 Bijna 83% van de lezers van Pigbusiness, het propagandablad van de varkenshouderij, vindt dat prima en ondersteunt de stelling: “Zij geeft FDF daarmee de erkenning die het verdient.”
Het is in de eerste plaats belangrijk wat Grapperhaus gezegd heeft, maar ook weegt mee wie hij opjut. In dit geval een publiek dat, zoals het meest recente Dreigingsbeeld Terrorisme al aangeeft, zich onder andere bedient van “ongenuanceerde en bedreigende uitingen tegen politici en andersdenkende medeboeren”. Praat over het afrekenen “met de zwakke schakels en de Judassen” uit eigen gelederen. Oproept tot het persoonlijk aanpakken van CDA-Statenleden in Brabant 3 en vernieling en geweld niet schuwt: “Bijvoorbeeld door het inrijden van een deur van het provinciehuis in Groningen of het bekogelen van meerdere motoragenten met zwaar vuurwerk vanuit een rijdende bus.”
Samenvattend zijn Grapperhaus’ uitingen en optreden in tegenspraak met de behoorlijkheid die iedere burger, ook dierenrechtenactivisten, van de overheid mag verwachten. Grapperhaus gedraagt zich respectloos, escalerend, discriminerend, onfatsoenlijk, niet integer, onbetrouwbaar, partijdig, onredelijk en onprofessioneel. Met andere woorden: Het gedrag van Grapperhaus is een minister onwaardig.
De uitingen van Grapperhaus zetten een vreedzame beweging die onbaatzuchtig een stem is voor de meest kwetsbare in de maatschappij, de dieren, weg als gewelddadig extremistisch. Hij roept op tot geweld voor een publiek waarvan Grapperhaus ook toen al wist dat ze geweld niet schuwen. Zoals de hierboven geciteerde columnisten al aangaven, ondermijnt Grapperhaus daarmee de democratie.
Hij brengt echter ook de veiligheid, mogelijk de levens, van dierenrechtenactivisten in gevaar. Het liefst zouden we zien dat Grapperhaus voor deze zaken vervolgd zou worden. Daar dit moeilijk te realiseren lijkt, verwachten we van u, namens het dozijn organisaties en de meer dan honderd individuele burgers die zich bij de klacht hebben aangesloten, dat u het optreden van Grapperhaus ondubbelzinnig terecht wijst en aandringt op openbare excuses van zijn kant.