Inhoud
Kabinet negeert aangenomen motie nertsenfokverbod
Een Kamerbrief over de aangenomen moties over COVID-19 gerelateerd aan slachthuizen en de nertsenhouderij werd op 1 juli 2020 naar de Kamer gestuurd. 1 In deze brief informeren ministers Schouten en De Jonge de Kamer over de manier waarop ze zullen omgaan met de zeven aangenomen moties 2 over COVID-19 gerelateerd aan slachthuizen en de nertsenhouderij.
Nertsen
In plaats een fokverbod op te leggen zoals de aangenomen motie eist, laten de ministers alles afhangen van een vrijwillige stoppersregeling die pas na de zomer klaar zal zijn.
“De minister van LNV onderzoekt of en zo ja hoe een stoppersregeling kan worden vormgegeven waarmee deze bedrijven op korte termijn vrijwillig hun bedrijfsvoering kunnen beëindigen. Het is echter niet mogelijk om voor het zomerreces al een stoppersregeling gereed te hebben en een voorstel voor financiële dekking daarbij. Bovendien is voor een dergelijke regeling de goedkeuring vereist van de Europese Commissie, omdat het een staatssteunmaatregel betreft. Het zomerreces zal de minister benutten door onderzoek te laten doen naar het waardeverlies voor de nertsenhouderij en voor het voorbereiden van een conceptregeling.“
Ook de aangenomen motie om te voorkomen dat geruimde bedrijven opnieuw starten met het houden van nertsen doet het kabinet af met het onderzoek naar of en zo ja hoe een vrijwillige stoppersregeling kan worden uitgewerkt, “die ook van toepassing zal zijn op houders van bedrijven die zijn geruimd.”
“Bovendien geldt vooralsnog een verbod op het vervoer van nertsen, met het oog op de voorkoming van verspreiding van het virus, wat met zich brengt dat er feitelijk geen nertsen op een geruimd bedrijf kunnen worden aangevoerd.”
Dat vervoersverbod is echter maar tijdelijk: “Wanneer er mogelijk gedurende een langere periode geen besmette bedrijven meer zijn, en er daarmee geen kans op verspreiding van het virus meer is tussen bedrijven, is het enkele feit dat de kans bestaat dat een virus weer op zou kunnen duiken, niet voldoende basis voor een vervoersverbod.” Nog een motie die het kabinet naast zich neer legt.
“De Gezondheids- en welzijnswet voor dieren geeft de minister van LNV alleen de bevoegdheid om maatregelen, zoals een vervoersverbod en een fokverbod, te treffen om verspreiding van Sars-CoV-2 bij nertsen te voorkomen (artikel 17 van de wet) en niet om andere motieven. Op dit moment geldt een landelijk vervoersverbod (artikel 3a van de Regeling maatregelen Sars-CoV-2 bij nertsen).”
Het fokverbod schuiven de ministers eerst voor zich uit: “Een fokverbod is op dit moment nog niet opportuun, omdat de paartijd voor nertsen in het voorjaar is.”
Om vervolgens te stellen dat ze een mogelijk fokverbod laten afhangen van het het gevaar voor de volksgezondheid: “Voor het instellen van een fokverbod houden wij een vinger aan de pols en zal tijdig, aan het eind van het jaar, en dus voordat de paartijd van nertsen aanvangt, een besluit worden genomen over of een fokverbod op dat moment nodig is om de verspreiding van SARS-CoV-2 - met het oog op risico’s voor de volks- of diergezondheid - te voorkomen.” Dat is echter niet wat de motie eist.
Bij de andere diersoorten die bevattelijk zijn voor het coronavirus zijn de ministers nog terughoudender: “Bij andere diersoorten dan de nerts die aantoonbaar bevattelijk zijn voor het virus, is het op dit moment nog niet aannemelijk gemaakt dat reservoirvorming kan plaatsvinden. Zodra dit wel het geval is, zullen we een afweging maken of een fokverbod bij deze diersoort en houderijvorm een effectief en geëigend instrument is om reservoirvorming te voorkomen, ter voorkoming van verspreiding van het virus.”
De ministers negeren dus een meerderheid van de Tweede Kamer.
Slachthuizen
Ook met de aangenomen moties die betrekking hebben op de slachthuizen gaat er vooral weer veel overlegd worden met de sector…
“De minister van LNV gaat in gesprek met de brancheorganisaties van de varkens- en pluimveeslachterijen en met de primaire sectororganisaties over de wijze waarop uitvoering kan worden gegeven aan de motie over slachthuizen verantwoordelijkheid laten nemen voor een vermindering van slachtcapaciteit.”
“Er wordt momenteel een plan van aanpak uitgewerkt waarmee landelijke regie op een gecoördineerde en integrale aanpak van infectiebestrijding van COVID-19 bij arbeidsmigratie gerelateerde risicosectoren, waaronder slachthuizen, ontstaat.”
“De minister van LNV deelt de zorgen van de Kamer over de huidige hoge slachtsnelheden. De druk op het slachtproces, ingegeven door economische overwegingen, is te groot geworden om belangen van dierenwelzijn en voedselveiligheid, maar ook van toereikend toezicht, op een adequate manier te borgen. Op dit moment onderzoekt de minister van LNV op welk specifiek terrein de hoge slachtsnelheid voor problemen zorgt (e.g. dierenwelzijn, voedselveiligheid, toezicht en veiligheid van de werknemers). Aan de hand van deze uitkomst worden de juridische opties in kaart gebracht om de slachtsnelheid te verlagen.”