Inhoud
Animal Rights redt Arthur en Olivia
Tijdens een undercoveronderzoek in een Vlaamse biggenfokkerij troffen activisten van Animal Rights twee zwakke biggetjes aan die dreigden om te komen van honger. Het Animal Rights Rescue Team besloot de biggen mee te nemen naar een opvangplek waar zij de nodige voeding en zorg kregen. De geredde biggen gaan nu door het leven als Arthur en Olivia.
‘Zwakke biggen worden in de varkenssector aan hun lot overgelaten en sterven. Wij zagen het als onze burgerplicht om Arthur en Olivia te redden’.
Arthur & Olivia
In de biggenfokkerij zagen de activisten hoe Arthur, een opvallend kleine big, vruchteloos probeerde om wat melk te bemachtigen bij het moederdier. De concurrentie van zijn vele broertjes en zussen was te groot. Olivia zat slapjes in een hoekje van de kraambox. De activisten namen de biggen mee om hen de noodzakelijke zorg te geven. Arthur en Olivia zijn intussen flink aangesterkt. Zij mogen de rest van hun leven doorbrengen bij liefhebbende mensen en zullen nooit in een slachthuis belanden.
Vechten om te overleven
Door jarenlang doorgedreven fokprogramma’s in de varkenssector, zijn de ‘productiecijfers’ van moedervarkens kunstmatig de hoogte ingejaagd. Een zeug krijgt gemiddeld 14 levend geboren biggetjes per worp. Dat cijfer is de afgelopen jaren in stijgende lijn gegaan, maar ook het aantal doodgeboren biggen neemt toe. Onder de levend geboren biggen is de competitie groot. Het is vechten om een plekje bij de tepels van de moeder. De zwakkere biggen kunnen sterven door ondervoeding. Zwakke dieren krijgen geen diergeneeskundige zorg. De kosten van een dierenarts wegen eenvoudigweg niet op tegen de handelswaarde van een big.1 2
Biggensterfte
Dode en stervende biggen in de kraamstal worden door de sector als een normaal verschijnsel beschouwd. 8% van de biggen wordt doodgeboren. Het sterftecijfer bij biggen in de eerste levensweken ligt op 12%, of met andere woorden: één op de vijf biggen komt niet levend uit de kraamstal. De dode biggen worden in een kadaverbak op straat gezet om opgehaald te worden door een destructiebedrijf. De overlevende biggen worden in zes maanden tijd vetgemest voor de slacht.3
Moederdieren
Ook bij de moedervarkens zijn de welzijnsproblemen ernstig. Gemiddeld worden ‘fokzeugen’ vier jaar ‘gebruikt’ in de varkenshouderij. Binnen die tijd werpen ze een zestal keer jongen. Sommige zeugen worden al eerder afgevoerd, vaak omwille van vruchtbaarheidsproblemen ten gevolge van de ver doorgedreven fokprogramma’s in de sector. De tweede belangrijkste reden om zeugen vroegtijdig af te voeren is kreupelheid. 10% van alle zeugen in de varkenssector lijdt aan poot- en klauwproblemen vanwege de beperkte bewegingsvrijheid tussen de stangen in de zeugenstallen.
Vele misstanden
In augustus 2016 filmde Animal Rights misstanden bij varkensslachthuis Porc Meat te Zele. In maart 2016 bracht Animal Rights beelden naar buiten van dierenmishandeling in een Nederlandse varkenshouderij. Op de beelden is te zien hoe een nog levend biggetje als afval tussen dode soortgenootjes wordt geworpen. In 2013 kwam de varkenssector ook al in opspraak, toen dierenrechtenorganisatie Bite Back beelden naar buiten bracht van stervende biggetjes en lijdende moederdieren in Vlaamse stallen.1 Het onderzoek van de dierenrechtenorganisaties toont aan dat dierenleed niet uitzonderlijk is in de varkenshouderij.
Oproep om diervriendelijk te leven
Varkens zijn intelligente en gevoelige dieren. De manier waarop ze in de varkenshouderij behandeld worden brengt hun fysieke en mentale welzijn ernstige schade toe. Animal Rights roept mensen op om hier niet aan mee te werken. Lucas: ‘Door te kiezen voor plantaardige voeding kunnen heel wat varkens gespaard worden van de ellende in de vleesindustrie. Met onze Plant Power-campagne helpen we mensen op weg naar een diervriendelijke levensstijl.’