Inhoud
Hertenkampen gaan verdwijnen - en dat is goed
Vanaf 1 januari 2024 mag er niet meer worden gefokt met de herten van hertenkampen en kinderboerderijen. Minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) wil dat hertenkampen uit Nederland verdwijnen. Zijn besluit kon op flinke maatschappelijke verontwaardiging rekenen: wat is er eigenlijk mis met zo'n hertenkamp? Animal Rights legt het uit.
'Dierenwelzijn gaat voor'
De minister van LNV zei in een debat in de Tweede Kamer dat hij zich kan voorstellen dat veel mensen het jammer vinden dat hertenkampen in de toekomst ophouden te bestaan, maar hij vindt dat het 'dierenwelzijn voor moet gaan'. Er mag vanaf 1 januari 2024 niet meer worden gefokt met herten in hertenkampen en kinderboerderijen. Hertenkampen worden dus uitgefaseerd. De dieren komen niet op de zogenaamde positieflijst met dieren die als hobby- of huisdier gehouden mogen worden.1
De positieflijst is opgesteld op advies van een groep onafhankelijke wetenschappers. Zij hebben een groot aantal zoogdiersoorten die in Nederland gehouden worden beoordeeld op risicofactoren. Naast het dierenwelzijn is daarbij gekeken naar de risico's op letsel bij mensen veroorzaakt door de dieren en hoe groot de kans is dat ze ziektes overbrengen.2
Er zijn zo'n 250 hertenkampen in ons land. Adema heeft laten weten dat dam- en edelherten in velden en bossen moeten kunnen leven, en niet in een beperkte ruimte achter een hek moeten worden gehouden. "Dat hoort niet bij deze dieren", vindt hij.2
Help de dieren
Help de dieren met een donatie. Alleen met jouw hulp kunnen we ons blijven inzetten voor dierenrechten. Samen maken we het verschil!
Drogredenen
Het is Animal Rights niet ontgaan dat er veel ophef is ontstaan omtrent het besluit van minister Adema om hertenkampen uit te faseren. De VVD, PVV, SGP en BBB lieten weten dat ze het niet eens zijn met het besluit. SGP-Kamerlid Bisschop vroeg zich af wat er mis is met hertenkampen. Hij wees erop dat herten al eeuwen in dit soort kampen worden gehouden en dat een hert dat daar wordt geboren iets heel anders is dan een hert dat in het wild is geboren. Volgens PVV-Kamerlid Graus hebben herten het in een hertenkamp zelfs vaak beter dan in de vrije natuur "waar stropers en jagers rondlopen en waar ze plastic vreten".1
Aysis Plet, campagnecoördinator Ban de jacht, reageert: "Dat we iets al eeuwen hebben gedaan en het om die reden nog steeds moeten doen, is een klassieke drogreden. Bovendien snijdt ook het argument herten het in de vrije natuur minder goed hebben, geen hout. Het is de taak van de overheid om wilde dieren te beschermen tegen (illegale) jacht en vervuiling."
Vanzelfsprekend verzetten ook beheerders van hertenkampen zich tegen het besluit. Er zijn al petities gestart om lokale hertenkampen te behouden. 'De dieren hebben het toch goed in het kamp?' Maar die redenering wordt juist door de minister weersproken. Ook het veelgehoorde argument dat een hertenkamp een fijne ontmoetingsplek is voor mensen, overtuigt niet. Plet: "Een park is ook een fijne ontmoetingsplek. We hoeven geen dieren op te sluiten in een kamp om met onze buurtbewoners in contact te komen. Dieren zijn niet op de wereld voor ons vermaak."
Natuurlijke leefomstandigheden
Herten kunnen in hertenkampen weinig van hun natuurlijke gedrag vertonen. De dieren hebben minstens één of meerdere hectares aan grond nodig en deze ruimte krijgen ze vaak niet als ze in gevangenschap leven. Herten zijn schichtige dieren die behoefte hebben aan veel bomen en struikgewas, zodat ze zich terug kunnen trekken en zich beschermd kunnen voelen. In een hertenkamp kunnen ze dit niet of nauwelijks.1 Dit betekent dat de dieren dagelijks stress ervaren.
Damherten, het soort hert dat meestal in kampen gehouden wordt, leven in de natuur in roedels. Na de paartijd leven de mannetjes in vrijgezellengroepjes, terwijl de vrouwtjes, de hinden, met hun jongen van dit en het voorgaande jaar in groepjes van vijf tot zeven dieren samenleven. Een hindenroedel wordt geleid door een dominant vrouwtje.2 Leven in gevangenschap verhindert dat de herten zelf kunnen bepalen in welke samenstelling ze leven.
En dan is er nog een andere reden waarom Animal Rights tegen het houden van herten in kampen en kinderboerderijen is. Plet: "Nieuwe kalfjes trekken bezoekers en hertenvlees levert geld op. Dit betekent dat oudere dieren regelmatig 'plaats moeten maken' voor jonge dieren. Ze worden verkocht aan een handelaar en gaan naar de slacht. Schandalig, natuurlijk." Ook op kinderboerderijen gebeurt dit maar al te vaak. Het fokverbod dat per 1 januari ingaat zal dit in ieder geval verhinderen.
Dierenwelzijn in de bio-industrie?
Animal Rights juicht iedere inperking van het houden van dieren toe en is blij dat de hertenkampen worden uitgefaseerd. Maar het roept ook de vraag op waarom minister Adema zo willekeurig met de term 'dierenwelzijn' strooit. Ook de varkens in de bio-industrie ervaren pijn en stress. Ook de koeien in de zuivelindustrie kunnen niet hun natuurlijke gedrag vertonen. Plet: Als minister Adema werkelijk zo begaan is met dierenwelzijn, dan mag hij vandaag nog beginnen met het uitfaseren van de bio-industrie."