Inhoud
Nog steeds geen boetes voor het aanbieden van levende dieren ter destructie
In 2016 antwoordde staatssecretaris van Dam op vragen van SP Kamerlid Van Gerven dat sinds 2009 het aantal meldingen per jaar van voor destructie aangeboden levende dieren van Rendac was gedaald van 35 naar 18 in 2015 en concludeerde daaruit dat de getroffen maatregelen hun uitwerking leken te hebben.
Uit documenten, de afgelopen jaren opgevraagd door Animal Rights via de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Wet open overheid (Woo), blijkt echter dat er al jaren geen progressie meer wordt geboekt. Een belangrijke reden daarvoor, vermoedt de dierenrechtenorganisatie, is dat er toch geen bestraffing plaatsvindt; er worden alleen waarschuwingen uitgedeeld. Bovendien zullen de geregistreerde aantallen slechts het topje van de ijsberg zijn. Daarnaast: Ook één levend ter destructie aangeboden dier is er één te veel!
Geen vooruitgang
In 2016 zijn er tenminste 24 meldingen (11 varkens, 9 runderen en 4 kippen) van levend ter destructie aangeboden dieren en in 2017 zeker 21 (9 varkens, 4 runderen, 5 kippen, 1 geit, 1 schaap en 1 konijn). 1
De gegevens van 2018 zijn niet compleet. In januari 2018 worden een varken, een kalf en een kip levend aangeboden ter destructie en van augustus tot en met december, geldt dat voor 2 zeugen, een schaap, een kuiken en een rund.
In 2019 gaat het om zeker 12 gevallen, waaronder 2 schapen, drie kalveren en 3 biggen. 2
In 2020 betreft het minimaal 15 levend bij Rendac aangeboden dieren, waaronder een pony, een vis en “4 a 5 eenden”. Verder weten we dat er bij de ‘ruimingen’ van nertsen in 2020 tenminste “twee keer een levende nerts bij Rendac in de loshal aangetroffen” is. 3
In 2021 worden zeker 18 levende dieren als kadavers aan de weg gezet: 7 kippen, 4 runderen, 6 varkens en een schaap. Bovendien zijn er dat jaar twee meldingen van voorbijgangers bij het Rendac complex in het Brabantse Son die dieren in nood horen schreeuwen. In januari belt een meldster door dat ze tot twee keer toe de noodkreet van een koe heeft gehoord. De NVWA noteert: “mogelijk niet dood rund meegenomen door Rendac”. In oktober meldt een wandelaar in de bossen naast Rendac de maand ervoor drie keer het krijsen van, vermoedelijk, varkens te hebben gehoord. 4
In 2022 worden zeker 16 dieren levend ter destructie aangeboden: 6 kippen, 3 varkens, 5 kalveren/runderen en 2 schapen.
Omdat de NVWA/Rendac er iedere keer een jaar over doen om de gegevens te verstrekken, zijn die van 2023 nog niet compleet, maar in de eerste helft van dat jaar werden in ieder geval twee kalveren en drie biggen levend ter destructie aangeboden.
Geen bestraffing
Dat er geen vooruitgang geboekt wordt, is niet verwonderlijk want zover Animal Rights uit de documenten kan opmaken, wordt er nooit een boete uitgedeeld voor deze ernstige vorm van dierenmishandeling.
Uit de gegevens die Animal Rights van 2016 t/m 2023 bezit, komt slechts één geval naar voren waarbij meer werd gedaan dan een waarschuwing geven. Op 4 maart 2019 maakt een opsporingsambtenaar van de NVWA een Proces Verbaal op voor het aanbieden van een levend kalf van 10 dagen oud ter destructie. Nergens komt uit naar voren dat dit ook tot een boete of een werk- of gevangenisstraf heeft geleid.
De ene na de andere veeboer trekt in zijn of haar verklaring het boetekleed aan en de NVWA volstaat vervolgens met een schriftelijke waarschuwing met als motivering dat het tenslotte niet opzettelijk is gebeurd.
“Dat moest er nog bijkomen dat veehouders opzettelijk levende dieren bij het afval dumpen ter destructie,” reageert Animal Rights adviseur Erwin Vermeulen. “Ook de nalatigheid in het controleren of een dier wel echt dood is, zou zwaar bestraft moeten worden. Deze laksheid resulteert in een urenlange lijdensweg omdat kadavers meestal ’s avonds aan de weg worden gezet, maar pas de ochtend daarna worden opgehaald.”
Ook toenmalig landbouwminister Staghouwer zei in april 2022: "Ook wanneer sprake is van onbewuste onbekwaamheid is hier sprake van het onthouden van de nodige zorg voor een dier, met ernstige welzijnsaantasting tot gevolg."
NVWA
Animal Rights vroeg de eerste informatie al op 1 augustus 2018 bij de NVWA op, maar ontving de stukken pas op 24 november 2020, meer dan twee jaar na het verzoek. De NVWA heeft geen boodschap aan de vastgelegde termijnen in de Wet openbaarheid van bestuur / open overheid en is dan ook nog zo star dat ze slechts de stukken levert tot aan het moment van opvragen, waardoor alle informatie meer dan twee jaar oud is.
Ook het tweede informatieverzoek, ingediend op 29 oktober 2020, werd pas op 17 februari 2022, bijna 16 maanden later, gehonoreerd.
Animal Rights vroeg vervolgens op 10 augustus 2023 de gegevens op over 2021, 2022 en de eerste helft van 2023 en ontving deze nog net binnen een jaar na het verzoek.
De ministers
In een Kamerbrief van 27 oktober 2020 inzake slachthuizen, liep voormalig Landbouwminister Schouten al op publicatie van dat eerste Wob-verzoek vooruit. Ze heeft het daarin over “signalen die de NVWA heeft dat er zeer incidenteel tussen kadavers die aan Rendac worden aangeboden nog een levend dier wordt aangetroffen.” 1
Spreken over “signalen” is absurd, omdat Rendac de verplichting heeft om deze zaken te melden bij de NVWA, waarna deze vervolgens een ‘onderzoek’ instelt en een standaard waarschuwing uitdeelt. Het zijn dus geen “signalen” maar geregistreerde feiten.
Ook het "zeer incidenteel” is een poging om deze grove vorm van dierenmishandeling te bagatelliseren.
Schouten’s opvolger - en inmiddels ook al weer vervangen - Staghouwer heeft het op 14 april 2022 in de ‘Verzamelbrief dierenwelzijn’ opnieuw over “het zeer incidenteel aantreffen van levende dieren tussen kadavers die door ondernemers aan Rendac worden aangeboden”. 2 Zoals Animal Rights in 2020 al uitlegde, vertegenwoordigen de geregistreerde gevallen zeer waarschijnlijk slechts het topje van de ijsberg.
Topje van de ijsberg
Animal Rights deed het eerste informatieverzoek in 2018 nadat bleek dat Rendac een standaard, voorgedrukt formulier gebruikt om veeboeren er op te wijzen dat ze geen nog levende dieren tussen de kadavers mogen stoppen. "Als je een dergelijk formulier standaard aan je chauffeurs moet meegeven, kan je op je vingers natellen dat deze misdaad met enige regelmaat voorkomt,” zei Animal Rights destijds.
Sterker nog, Animal Rights gaat ervan uit dat deze door de NVWA verstrekte meldingen slechts het topje van de ijsberg zijn. De Rendac chauffeurs houden natuurlijk geen uitgebreide controles. Ze keren de kadavertonnen met biggen, konijnen en pluimvee niet om om ieder individueel dier te inspecteren en zijn ook geen experts op dat gebied. Ook zal menig geval eenvoudigweg niet gemeld worden.
Het grote aandeel varkens en runderen in de meldingen vloeit logischerwijs voort uit het feit dat deze dieren individueel aangeboden worden en apart met een grijper geladen moeten worden. Dat dieren nog leven is dan eenvoudiger te constateren, terwijl de tonnen vol pluimvee, konijnen, nertsen en biggen omgekeerd worden boven de laadbak zelf en alleen een nog levend dier boven op de stapel ontdekt zal worden.
Daarnaast zullen ook nog veel dieren creperen tussen het tijdstip dat ze aan de weg worden gelegd - meestal de dag of avond er voor - en het tijdstip - vaak de volgende ochtend - dat Rendac ophaalt.
Dit geldt zeker voor de dieren die levend onderin de tonnen terecht komen en stikken onder hun soortgenoten. Tonnen worden over het algemeen pas aangemeld bij Rendac als ze vol zijn.
Geen gerechtigheid voor de dieren - gerechtigheid afdwingen
Staghouwer legde in een verzamelbrief dierenwelzijn destijds uit waar het probleem ligt: “Het OM heeft aangegeven dat de schriftelijke notificatie die de Rendac naar de dierhouder stuurt en de melding aan de NVWA onvoldoende basis biedt voor strafrechtelijke vervolging. Nu strafrechtelijke vervolging niet mogelijk blijkt, heeft de NVWA haar handhavingsstrategie aangepast. Vanaf dit najaar wordt bij een eerste melding van een levend aangetroffen dier door Rendac een last onder dwangsom opgelegd, omdat de houder het dier de nodige verzorging heeft onthouden. […] Bij een tweede melding, binnen één jaar per locatie, van een levend aangetroffen dier door Rendac wordt een fysieke inspectie uitgevoerd en de dwangsom ingevorderd. Het doel van de fysieke inspectie is om na te gaan of er mogelijk meer problemen spelen op het gebied van onder andere dierenwelzijn.”
In principe verandert er dus niets. De kans dat een veeboer binnen een jaar nog een keer wordt betrapt is nihil en de dwangsom is gewoon een andere vorm van waarschuwen. De minister vermeldt niet hoe hoog de dwangsom zal zijn, maar over het algemeen stellen de boetes voor het mishandelen van dieren niets voor. Bovendien is er van die dwangsommen niets terug te vinden in de recentste opgevraagde documenten.
De minister, het ministerie en de NVWA accepteren eenvoudigweg dat strafrechtelijke vervolging voor het behandelen van levende dieren als kadavers niet mogelijk is, maar dat is niet wat het OM zegt. Het OM meldde de NVWA alleen dat de huidige methode van melden ondeugdelijk is. Als de Rendac chauffeurs verplicht zouden worden om bij het aantreffen van een levend ter destructie aangeboden dier de politie in te schakelen en een dierenarts dan kan er rapport opgemaakt worden dat het OM wel de mogelijkheid geeft om strafrechtelijk op te treden.
De mogelijkheid ontbreekt niet, maar de wil is er gewoonweg niet op het Landbouwministerie.
Animal Rights bekijkt met haar advocaten of het mogelijk is Rendac hier toe te dwingen. Animal Rights gaat ervan uit dat zowel Rendac als de NVWA in principe de situatie van levend aangeboden dieren ter destructie onwenselijk vinden en alleen een duwtje in de rug nodig hebben om uit hun lethargie te ontwaken en er ook daadwerkelijk iets aan te gaan doen. Als dat duwtje in de rug hebben we hen eerst gemaild:
"Conform de Wet Dieren artikel 2.1. 6de lid moet ”een ieder de nodige zorg verlenen aan een hulpbehoevend dier”. Levende dieren die door Rendac chauffeurs gevonden worden tussen kadavers of eenzaam en alleen ter destructie aangeboden worden, vertegenwoordigen de definitie van “hulpbehoevend”.
Per 1 juli is ook artikel 1.4 ‘Algemene zorgplicht’ in werking getreden:
“1 Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor dieren.
2 De zorg, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor dieren worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.”
Zover wij het begrijpen - maar we horen graag uw uitleg - is de opdracht aan uw chauffeurs om, conform het Rendac protocol, het levend aangeboden dier niet mee te nemen en Rendac’s transportplanning te bellen. Vervolgens gaat een chauffeur verder op zijn of haar route zonder zich verder om het dier te bekommeren. Uw chauffeurs verzaken daarmee hun plicht om de nodige zorg te verlenen.
De transportplanning van Rendac informeert vervolgens de veehouder eerst telefonisch en vervolgens per brief. Ook de transportplanning van Rendac schakelt nergens in dit proces de politie in of een dierenarts. Ook niet als de betreffende boer niet te bereiken is. In dergelijke gevallen vermeldt men in de brief dat de transportplanning er niet in geslaagd is om telefonisch contact op te nemen. Ook waarschuwt Rendac’s transportplanning niet per direct de NVWA; deze krijgt enkel een kopie van de brief aan de veehouder. Ook Rendac verzaakt daarmee als bedrijf haar wettelijke plicht om de nodige zorg te verlenen aan een hulpbehoevend dier.
Animal Rights zou via aangifte bij de politie of een handhavingsverzoek bij de NVWA kunnen afdwingen dat Rendac en haar chauffeurs bestraft worden voor het niet uitoefenen van de wettelijke zorgplicht en/of een dwangsom laten opleggen om herhaling hiervan te voorkomen; we hebben immers alle dossiers.
We gaan er echter van uit dat zowel Rendac als de NVWA in principe de situatie van levend aangeboden dieren ter destructie onwenselijk vinden en alleen een duwtje in de rug nodig hebben om uit hun lethargie te ontwaken en er ook daadwerkelijk iets aan te gaan doen. Dit is dat duwtje.
Animal Rights hoort graag van u wat uw plannen en initiatieven zijn om bij het levend aanbieden van een dier ter destructie er voor te zorgen dat er ook strafvervolging plaatsvindt."