Main content

Inhoud

70 Varkens stikken door stroomstoring en de NVWA gaat een week later eens kijken

Nieuws: 16 september 2023
Slacht

Op dinsdag 10 oktober 2017 kopt het Brabants Dagblad: 1 “Tientallen varkens stikken na 'heel veel pech' in Heeswijk-Dinther”. Het artikel is voorzien van een foto van opgestapelde varkenslijken naast het stallencomplex aan de Hazelbergsestraat 2B.

Analyses van staldrama’s

Dit is niet de eerste of laatste keer dat een dergelijk staldrama zich afspeelt. Animal Rights analyseerde eerder al vergelijkbare rampen in Haaren, Meddo, Maarheeze en Middelharnis.

Ook voor het ‘incident’ in Heeswijk-Dinther vroeg Animal Rights de informatie op via de Wet open overheid (Woo). De NVWA deed er 5 maanden over om drie documenten te produceren. 1

De verantwoordelijke varkensfokker meldt de ramp niet bij de overheden?

Het lijkt er op dat de NVWA, net als later in Haaren in augustus 2018, uit een regionale krant moest vernemen van het creperen van de tientallen varkens. Dat komt naar voren uit de MOS-melding (Melding Ondersteuningssysteem; zie de highlight box): “dode varkens te heeswijk dinther 70 dode varkens in de Hazelbergsche straat Na vraag gedaan bij Rendac, eerste telefonisch, daarna via email, daar men de gegevens enkel zo mag verstrekken.” De typo’s komen voor rekening van de NVWA.
Daarna volgt een copy-paste van het nieuwsartikel. Het lijkt er dus op dat de NVWA zelf navraag moest doen bij het destructiebedrijf of er soms gestikte varkens waren opgehaald in Heeswijk-Dinther. De MOS-melding vermeldt het aantal van 70 gestorven “varkens en biggen”.

Een andere varkensfokker als woordvoerder

Het ‘heel veel pech’-verhaal komt van een voormalige, lokale ZLTO (Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie)-voorzitter, Herman Krol, eveneens varkenshouder in dit Brabantse dorp. Door een klein gaatje in een waterslang zou een straal water een hoog hangende kabelgoot en vervolgens een meterkast hebben bereikt en voor kortsluiting hebben gezorgd. Door de stroomuitval werkte de ventilatie in de 'vleesvarkensstal' niet meer. De boer zou nog losse ventilatoren geplaatst hebben en een dierenarts laten komen. Voor circa 70 dieren kwam de hulp te laat. Deze varkens lagen in één afdeling van de stal. In drie andere vertrekken waren geen dieren dood. 

”Het is zo verschrikkelijk ongelukkig uitgevallen,“ zegt Krol tegen de journalist. “Dit is gewoon een ramp voor die ondernemer, niemand wil zijn varkens zo zien.” Het is vooral een ramp voor de varkens! Varkensboeren zien de dieren ongetwijfeld liever aan de slachthaak dan in de afvalcontainers van Rendac, zodat de opbrengst op hun bankrekening belandt.

De NVWA voelt zich niet geroepen de zaak te onderzoeken

Volgens House of Animals 1 en PigBusiness 2 ziet de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op dat moment geen reden het voorval te onderzoeken, zo verklaarde een woordvoerder:
“Het [gaat] om een technisch mankement. Het is natuurlijk bijzonder naar wanneer er op deze manier een groep dieren omkomt. Maar dat is in dit geval veroorzaakt door kortsluiting. Daarom heeft de NVWA hier geen taak.”

Vragen Partij voor de Dieren

In oktober 2018, na het stikken van meer dan duizend varkens in Haaren, vraagt Esther Ouwehand (PvdD) de Landbouwminister waarom de NVWA in Heeswijk-Dinther stelde dat er voor de NVWA geen taak ligt bij technische mankementen, terwijl in Haaren het wel de NVWA is die onderzoek instelt en kennelijk niet de omgevingsdienst. 1
Het gaat minister Schouten blijkbaar om de aantallen, 70 gecrepeerde varkens is nog OK, 1.200 vereist onderzoek: “In verband met het grote aantal dieren wat bij dit geval is betrokken heeft de de NVWA onderzocht wat er is misgegaan en of het incident verwijtbaar is. Daarbij heeft de NVWA onder andere gecontroleerd op het aanwezig zijn van een noodsysteem en alarminstallatie.”

Op de vraag: “Hebben de betreffende Omgevingsdienst of de betreffende gemeente in het geval van Heeswijk-Dinther destijds onderzoek gedaan naar het incident of anderszins actie ondernomen? Zo ja, wat waren de resultaten daarvan? Zo nee, hoe beoordeelt u het achterwege blijven van onderzoek als weerloze dieren een verstikkingsdood zijn gestorven door technische mankementen aan het systeem waar de varkenshouderij op draait?”, antwoord de toenmalig Landbouwminister, als zo vaak, ontwijkend: “Ook over het geval van Heeswijk-Dinther is het aan de betreffende omgevingsdienst of de betreffende gemeente om daar informatie over te verstrekken.”
Uit het Woo-verzoek van Animal Rights weten we nu dat alleen de NVWA een uiterst summier ‘onderzoek’ heeft uitgevoerd.

De NVWA komt een week na de ramp alsnog opdraven

Een NVWA-inspecteur voert uiteindelijk een ‘inspectie’ uit op 17 oktober, een week na de massale sterfte, en voltooit zijn of haar rapport nog eens een week later, op de 24e. De dode dieren zijn ten tijde van het bezoek natuurlijk al lang opgehaald door destructiebedrijf Rendac. Het ‘onderzoek’ bestaat dan alleen nog uit een blik in de stallen en het opnemen van de verklaring van de varkensboer. Zijn verhaal wijkt op een aantal punten af van het verhaal een week eerder van woordvoerder Krol.

Alarm, maar geen andere noodvoorzieningen

“Ik heb in de ochtend rond 6.00 uur een alarmmelding gekregen op mijn telefoon. Ik ben naar het bedrijf gegaan,” verklaart de varkensfokker.
De stallen in Heeswijk-Dinther horen bij het bedrijf M.C.A. van der Vleuten B.V. aan de Boskantseweg in Sint-Oedenrode, 16 kilometer verderop en zo’n 20 minuten rijden. De af te leggen afstand en de benodigde tijd om die te overbruggen, zijn cruciaal voor de overlevingskansen van de varkens, maar de NVWA-inspecteur vraagt er niet naar (althans noteert er niets over).

“Door de stroomuitval was alles pikkedonker in de stallen en ook op de plaats waar de meterkast voor de stroomvoorziening zit.”
Er was dus geen elektrische noodvoorziening aanwezig - bijvoorbeeld in de vorm van een noodgenerator - die de stroomtoevoer had kunnen herstellen en daarmee de verlichting en de levensreddende ventilatie. Volgens deze verklaring was er zelfs geen noodverlichting in het gebouw - bijvoorbeeld op een accu of batterijen - zodat de varkensboer in ieder geval had kunnen zien wat er aan de hand was en/of wat hij kon doen.

Oorzaak

“Doordat er een lekkage in een waterleiding is ontstaan, aan de andere zijde van de muur van de meterkast, is het vochtig geworden in de meterkast en is er kortsluiting ontstaan.”
Dit is een ander verhaal dan dat van ‘woordvoerder’ Krol op de dag van de ramp, die het had over een waterstraal in een kabelgoot.

Vocht mag natuurlijk niet in een meterkast komen, maar optrekkend vocht of condensvorming is eenvoudig te reduceren met een ventilator in die meterkast. Helaas heeft de NVWA-inspecteur niet de moeite genomen om foto’s te nemen van de aangetroffen situatie.

Gebrek aan kennis en kunde

“Ik heb toen mijn aandacht in eerste instantie gericht op de meterkast en wel direct een elektriciën gebeld.”
Opnieuw blijkt hier dat deze veeboeren niet in staat zijn optredende technische problemen in hun geautomatiseerde stallen zelf op te lossen. Ze hebben daarvoor een ‘expert’ nodig. Probeer zelf thuis maar eens snel een elektricien (of loodgieter) in huis te krijgen; dat lukt niet en zeker niet om 6 of 7 uur ’s ochtends.

Een expertise verklaring van een elektricien over de oorzaak en remedie van de stroomuitval ontbreekt in de stukken. We hebben dus alleen de interpretatie van de varkensfokker zelf.

De NVWA vindt het openzetten van staldeuren een passend noodsysteem

“Toen dit niet lukte heb ik alle deuren opengezet.”
Zoals te verwachten op dat tijdstip weet de varkensboer op stel en sprong geen elektricien te bemachtigen.

In het Besluit houders van dieren is opgenomen dat in het geval dieren afhankelijk zijn van kunstmatige ventilatie, dit ventilatiesysteem voorzien moet zijn van een passend noodsysteem waarmee voldoende verse lucht kan worden aangevoerd om de gezondheid en het welzijn van het dier te waarborgen als het hoofdsysteem uitvalt. De NVWA houdt toezicht op de aanwezigheid van deze voorzieningen en dat de voorziening werkt.
De NVWA-inspecteur schrijft zonder enige ironie onderaan zijn rapport als opmerking: ”Alarm heeft gefunctioneerd en er is een noodvoorziening, middels openen van deuren etc.”. De NVWA vindt het open zetten van staldeuren dus een ”passend noodsysteem”.

Een tijdlijn ontbreekt

“Alles leek verder rustig in de stallen, maar het gekke is dat in één afdeling meerdere varkens toch gestorven waren. Ik heb direct ook de dierenarts erbij gehaald.”
Een tijdlijn heeft de NVWA-inspecteur niet opgenomen in het ‘rapport’ en daar waarschijnlijk ook niet om gemaald. Na het afgaan van het alarm, werd kostbare tijd opgesoupeerd door de rit naar de stal, daar rond te stommelen in het donker en het bellen van een elektricien. Hoeveel tijd verstreek tussen het uitvallen van de ventilatie en het openen van de deuren en bellen van de dierenarts is niet uit het rapport op te maken en dat heeft de NVWA dus ook niet trachten te achterhalen.
Over het plaatsen van “losse ventilatoren” uit het verhaal van collega Krol, wordt überhaupt niet meer gerept.

Tunnelvisie

Op de dag van de ramp zelf had de NVWA al de conclusie getrokken dat het ging om ”een technisch mankement”. De conclusie die de inspecteur twee weken later noteert, stond dan ook al van te voren vast: ”Geen sprake van opzet, samenloop van omstandigheden heeft voor sterfte van de varkens gezorgd.”

De NVWA is voor de vorm langsgegaan, maar een 'onderzoek' kan je dit met de beste wil van de wereld niet noemen. Het is een schande dat de NVWA zo omgaat met de verschrikkelijke verstikkingsdood van 70 varkens.

Verzekering

De varkensboer vindt vooral het financiële plaatje belangrijk: ”De waterlekkage is ontstaan doordat een installatiebedrijf recent (september 2017) een verkeerde slang gemonteerd had. Deze slang was niet bestand tegen de waterdruk en daardoor lek geraakt. De schade wordt via de verzekering verhaald op het installatiebedrijf.”
Die ”ramp voor die ondernemer” valt dus ook wel weer mee.

Een verantwoordelijke overheid

Schouten zegt in 2018: “De verstikkingsdood van dieren is afschuwelijk en moet voorkomen worden. De verantwoordelijkheid ligt bij de veehouders om zelf de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om tragische incidenten zoals deze te voorkomen. Daarop wordt toegezien door de omgevingsdiensten en de NVWA.” 1

Schouten was een kampioen in afschuiven van verantwoordelijkheid en datzelfde geldt voor haar opvolgers. Eisen aan noodvoorzieningen (noodgenerator, noodverlichting, en realistisch testen daarvan) en vakkennis over technische systemen bij de dierhouders worden niet of nauwelijks gesteld.

De concentratiekampen van de vee-industrie

Het is volstrekt absurd en misdadig om dieren op te sluiten in concentratiekampen waarin ze niet kunnen overleven zodra de ventilatie uitvalt. Je bent een onmens als je dieren opsluit boven hun eigen ontlasting en in de dampen die daaruit opstijgen. Het is moreel verwerpelijk om deze praktijken te faciliteren als overheid en te financieren als consument.

Dit bedrijf is tenminste verdwenen

Uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel blijkt dat het betreffende bedrijf op die locatie is gestopt. De satellietbeelden van Google Maps laten op die plek een kale vlakte zien.

Melding Ondersteuningssysteem (MOS)

Binnen de NVWA wordt voor het verwerken van klachten en meldingen door burgers (telefonisch, per brief, e-mail of via andere externe meldingsmogelijkheden) sinds 2009 gewerkt met de applicatie Meldingen Ondersteuning Systeem, afgekort MOS. Klachten en meldingen komen binnen bij het Klant Contact Centrum (KCC) en worden vervolgens verwerkt door het invullen van diverse invulvelden in MOS. De betreffende MOS-melding krijgt een uniek nummer en komt in een structuur in de MOS-applicatie terecht.
De melding wordt vervolgens door het zogenaamde Virtueel Team Meldingen (VTM) beoordeeld. Dit VTM is een team van specialisten (veelal inspecteurs) van alle domeinen die de in MOS verwerkte meldingen beoordelen en zo nodig doorsturen naar de betreffende domeinen en afdelingen binnen Handhaven/Inspectie, dan wel Keuren.
De domeincoördinator zorgt er vervolgens voor dat de MOS-melding in MOS wordt doorgezet naar een behandelend inspecteur.
De resultaten van de afgewerkte klacht of melding worden door de inspecteur verwerkt in MOS en doorgezet naar zijn teamleider ter beoordeling. Indien akkoord, dan zet de teamleider de MOS-melding terug naar het KCC dat vervolgens een standaardbrief stuurt naar de melder dat de klacht of melding is afgewerkt.
Daarnaast vindt ook een registratie in SPIN (Tijd en Inspectie Registratiesysteem) plaats. Niet alleen meldingen van bezorgde burgers, maar bijvoorbeeld ook verschillende meldingen aan de NVWA door, bijvoorbeeld, Belgische en de Duitse toezichthouders over de aanvoer van niet-transportwaardige runderen en varkens worden in MOS geregistreerd en door het Nationaal Contactpunt (NCP) voor aanvullend onderzoek uitgezet naar het team van de afdeling Veterinaire Keuring & Exportcertificering (VKE).
Er is verder een onderverdeling gemaakt naar extern (personen buiten de NVWA) en intern (voor eigen medewerkers). Meldingen die extern binnenkomen zijn onder te verdelen in meldingen die direct bij de NVWA binnenkomen en meldingen die indirect binnenkomen, in eerste instantie via een meldpunt van een andere organisatie of samenwerkingsverband. Meldingen afkomstig van de (senior) toezichthoudend dierenartsen zijn interne meldingen en komen ook in MOS terecht.