Inhoud
Animal Rights in beroep tegen het slachten van konikpaarden uit de OVP
Op vrijdag 22 september 2023 vindt de behandeling plaats van het beroep van Animal Rights tegen de afgifte van paardenpaspoorten aan konikpaarden uit de Oostvaardersplassen (OVP) om deze te kunnen afvoeren naar de slacht.
Animal Rights diende het bezwaar op 22 oktober 2020 in. Staatsbosbeheer had het voornemen om 150 konikpaarden die week of de daaropvolgende week te vervoeren en slachten. Na het afwijzen van een voorlopige voorziening door de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (ECLI:NL:CBB:2020:798) op 5 november 2020 is dat ook gebeurd.
Ook de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) besloot ons bezwaarschrift af te wijzen. We gingen in beroep.
Die 150 konikpaarden zijn reeds lang geslacht, maar omdat het aannemelijk is dat dergelijke besluiten in de toekomst opnieuw zullen worden genomen is er een belang voor Animal Rights en onze cliënten, de overgebleven konikpaarden, om het proces door te zetten.
We weigeren te accepteren dat Staatsbosbeheer ‘wilde’ dieren uit natuurgebieden middels een vangweide en vangkraal omtovert tot ‘gehouden dieren’ en slacht voor menselijke consumptie.
528210006330496
In overleg met de rechtbank heeft Animal Rights om praktische redenen ingestemd met het beperken van het bezwaarschrift tot die tegen de afgifte van één paardenpaspoort (i.p.v. 150) met het nummer 52801065956 voor een merrie met het chipnummer 528210006330496.
Ze is op 1 april 2014 geboren (geschat) uit onbekende ouders. Haar paspoort werd afgegeven op 19 oktober 2020, nadat ze tot haar tegenspoed in de vangkraal van Staatsbosbeheer was beland. Op 23 oktober 2020 werd ze geslacht. Haar vlees bleek vervolgens niet geschikt voor humane consumptie …
Animal Rights wil niet dat het houden van wilde dieren een verdienmodel voor vleeshandel Staatsbosbeheer wordt. Dit is noch in het belang van de natuurgebieden noch in het belang van het dierenwelzijn en de volksgezondheid.
Paardenpaspoorten
Centraal staan de methoden voor de identificatie van paardachtigen. Over de juridische kwalificatie van de konikpaarden en de status van Staatsbosbeheer wordt reeds jaren geprocedeerd. De konikpaarden in de Oostvaardersplassen worden in elk geval geacht geen gehouden dieren te zijn, maar (half) wilde dieren.
De Europese Verordening die gaat over methoden voor de identificatie van paardachtigen stelt: “… dat paardachtigen niet mogen worden gehouden, tenzij ze overeenkomstig die verordening zijn geïdentificeerd.”
Uit dit wettelijke systeem vloeit daardoor voort dat de 150 paarden alleen naar het slachthuis konden worden vervoerd wanneer voor deze dieren paspoorten waren afgegeven. Paspoorten worden aangevraagd door de houder van dieren. Staatsbosbeheer is echter niet de houder van deze (half) wilde paarden en kan dus ook geen paspoort aanvragen.
RVO en de voorzieningenrechter oordeelden, echter, dat Staatsbosbeheer houder is geworden van de paarden in de vangweide, omdat zij in dit terrein de controle en daarmee de beschikkingsmacht over deze dieren heeft verkregen.
Artikel 13 van bovengenoemde Verordening staat toe dat – na het in kennis stellen van de Europese Commissie - duidelijk omschreven populaties van (half) wilde paardachtigen worden geïdentificeerd - van paspoorten voorzien - en overgebracht naar een andere duidelijk omschreven populatie van (half) wilde paardachtigen of worden gedomesticeerd. Over het slachten van onderhavige paarden wordt in dit artikel niet gerept. Animal Rights en haar advocaat Marco van Duijn concluderen daaruit dat paspoorten dus niet kunnen worden verstrekt met het doel de dieren af te voeren voor de slacht.
RVO en de voorzieningenrechter zien echter niet in dat dat doel is uitgesloten.
In Nederland moeten paarden binnen 9 maanden na geboorte geïdentificeerd zijn; die termijn is verlopen voor de (meeste) OVP-koniks.
RVO en de voorzieningenrechter zijn van mening dat voor paarden afkomstig uit natuurgebieden de algemene regel dat identificatie binnen 12 of 9 maanden had moeten plaatsvinden niet geldt.
Het gaat dus om de interpretatie van regels.
Beroep
Animal Rights ging tegen het besluit tot afwijzen van ons bezwaarschrift in beroep. “We weigeren te accepteren dat Staatsbosbeheer ‘wilde’ dieren uit natuurgebieden middels een vangweide en vangkraal omtovert tot ‘gehouden dieren’ en slacht voor menselijke consumptie,” zegt Animal Rights directeur Susan Hartland. “Animal Rights wil niet dat het houden van wilde dieren een verdienmodel voor vleeshandel Staatsbosbeheer wordt. Dit is noch in het belang van de natuurgebieden noch in het belang van het dierenwelzijn en de volksgezondheid.”
Animal Rights benadrukt in het beroep dat identificatie hoe dan ook binnen twaalf maanden dient plaats te vinden. De Verordening bevat geen enkel aanknopingspunt voor het bepalen van een langere termijn.
Lidstaten die van plan zijn gebruik te maken van afwijkingsmogelijkheid met betrekking tot (half) wilde paarden, dienen vooraf de Europese Commissie in kennis te stellen van hun voornemen. Dit is niet gebeurd.
Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) geeft toe dat de merrie is geslacht voor menselijke consumptie. Hierover bevat het paspoort echter niet de verplichte aantekening zodat het besluit ook om deze reden geen stand kan houden.
De laatste grond van beroep betreft het ontbreken van andere gegevens in het paspoort. Sectie 1 deel A en B zijn niet naar behoren ingevuld. In sectie A ontbreken zelfs de meeste gegevens en op sectie B zijn de kenmerken van de merrie niet aangegeven zoals voorgeschreven. Ook dit gegeven is een reden om het bestreden besluit te vernietigen en het beroep gegrond te verklaren.
Dierenwelzijn en volksgezondheid in het gedrang
De regels in de Verordening dienen hoofdzakelijk het dierenwelzijn en de volksgezondheid. Dat beide belangen in het gedrang komen wanneer dieren op latere leeftijd worden geïdentificeerd, blijkt uit de na het slachten - van nota bene de groep paarden waar het bezwaar over gaat - geconstateerde besmetting met dioxine, een besmetting die vooral oudere dieren treft.
Uiteindelijk is geoordeeld dat ‘onze’ merrie 528210006330496 niet geschikt was voor menselijke consumptie, hetgeen nog maar eens onderstreept hoezeer de bestreden praktijken van Staatsbosbeheer in strijd zijn met de door de Verordening gediende belangen.
Update
De zitting van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) vond plaats in het Paleis van Justitie in Den Haag op 22 september 2023. Het college deed uitspraak op 14 november 2023. 1 We wisten vooraf dat het om de interpretatie van regels ging en het college koos bij onduidelijkheden in de regelgeving de kant van de minister en Staatsbosbeheer.
Het College stelt vast dat Nederland inderdaad geen termijn heeft vastgesteld voor het indienen van de aanvraag voor een paardenpaspoort die nodig is om te voldoen aan de identificatietermijn voor in het wild of half in het wilde levende paarden, maar oordeelt dat dat er niet toe leidt dat de minister het besluit tot afgifte van het paardenpaspoort van de merrie niet mocht nemen.
Ook de andere beroepsgronden worden verworpen. Er komt geen gerechtigheid voor de konikpaarden van de Oostvaardersplassen.
Onmiddellijk na de uitspraak kondigt vleeshandel Staatsbosbeheer aan dat ze deze winter in schiettent Oostvaardersplassen zo'n 360 edelherten en 45 heckrunderen gaat afmaken en dat er ook 80 konikpaarden uit het gebied moeten verdwijnen. 2 Voor deze dieren wordt gezocht naar andere geschikte gebieden, zegt men. Als dat niet kan, worden ze geslacht.
"Afgelopen voorjaar maakte Staatsbosbeheer bekend dat het grootschalig afschieten niet langer nodig was, omdat het aantal dieren in het natuurgebied voldoende was teruggebracht . De organisatie meldt dat het nu ook niet gaat om grootschalig afschieten, maar om 'reguleren'."