Inhoud
8 keer dierproeven in Maastricht
In 2017 heeft de Centrale Commissie Dierproeven 8 grootschalige dierproefstudies van de Universiteit Maastricht goedgekeurd. De vergunningen voor deze experimenten zijn in de meeste gevallen vijf jaar geldig. Het gaat om dodelijke testen op 22.976 muizen, 6246 ratten en 182 konijnen. Deze dierproeven zijn fundamenteel van aard en niet wettelijk verplicht. Animal Rights heeft de experimenten op een rijtje gezet.
1. Het belang van de neurotransmitter serotonine bij post traumatische stress stoornis (PTSS)
- Genetisch gemanipuleerde muizen worden geopereerd aan de schedel, elektroden worden geïmplanteerd, ondergaan een elektrische schok, krijgen een virus in het brein geïnjecteerd en moeten gedragstaken uitvoeren. Na afloop worden de 280 proefdieren gedood.
Volgens de dierproefnemers ‘heeft het onderzoeksvoorstel bovenal een fundamenteel wetenschappelijke inslag. We beogen geen directe klinische implicaties met onze onderzoeksresultaten.’
2. Autoimmuniteit van het zenuwstelsel
- De (zwangere) ratten, muizen en konijnen ondergaan neurologische en bewegingstesten, krijgen injecties toegediend om autoimmuumziekten op te wekken en een zenuw aan een poot wordt doorgesneden.
Na afloop worden de proefdieren o.a. gedood door het breken van de nek. Het gaat om maximaal 3294 ratten, 1744 muizen, en 90 konijnen.
3. Evaluatie van een oculaire coil voor gereguleerde geneesmiddelenafgifte aan het oog
- Maximaal 92 konijnen worden vier weken lang gebruikt in een experiment waarbij een ontsteking in één oog wordt veroorzaakt. De konijnen krijgen een staafje in het oog dat een medicijn vrij geeft. De proefdieren worden 10 à 15 keer onder sedatie gebracht. De dierproefnemers verwachten dat 10% van de proefdieren het einde van het experiment niet haalt.
4. Rol van nieuwe genen in de ontwikkeling van hartfalen
- Dierproefnemers ontwikkelen hartfalen, overgewicht en suikerziekte bij de proefdieren. De proefdieren hebben last van kortademigheid, apathisch gedrag, duizeligheid, ontstekingen, koorts, uitdroging, futloosheid en een verminderde fysieke gezondheid. Het gaat om maar liefst 18.848 muizen en 2952 ratten.
5. Verbeteren van de behandeling van hersenkanker door nieuwe toepassingen van bestaande geneesmiddelen
- Dierproefnemers verwachten maximaal 1490 muizen te gebruiken waarvan ruim de helft ernstig leed ondergaat vanwege de chirurgische ingrepen, het ontwikkelen van breintumoren en de effecten van bestralingen. De proefdieren hebben last van diarree, gewichtsverlies en huidirritatie. De dierproeven worden medegefinancierd door de KWF Kankerbestrijding.
Volgens de dierproefnemers worden muizen gebruikt ‘omdat de kennis over kankerontwikkeling en therapie hier het best bekend zijn.’
6. Onderzoek naar de rol van calciumfosfaat in botregeneratie
- Bij 120 volwassen mannetjes (naakte muizen en FVB muizen) worden onder de huid vier implantaten geplaatst via een incisie. De proefdieren worden na 10 weken gedood.
7. Vervetting en ontsteking van de lever speelt een oorzakelijke rol in de ontwikkeling van spieratrofie
- Een groep muizen wordt vetgemest waardoor ze een vette lever ontwikkelen. De betrokken dierproefnemers voeren dit soort experimenten al zes jaar uit en mogen opnieuw jarenlang dierproeven uitvoeren waarbij 270 muizen worden gebruikt.
8. Verminderde bloedtoevoer in de hersenen en dementie
- 224 genetisch gemanipuleerde muizen ondergaan operaties waarbij de bloedtoevoer van de hersenen wordt verminderd. Dit gaat gepaard met gewichtsverlies en stoornissen in het geheugen. Volgens de dierproefnemers ‘is dit een erkend model in het onderzoeksveld.’
Bron: Dierproefinfo.nl
Veelvoud proefdieren nodig voor enkele dierproef
Uit cijfers van de NVWA blijkt dat de Universiteit van Maastricht in 2017 maar liefst 5079 dierproeven uitvoerde. Volgens Animal Rights ligt het daadwerkelijke aantal proefdieren in de universiteit vele malen hoger. De cijfers uit 2018 zijn nog niet bekend.
De universiteit doodt jaarlijks vele duizenden genetisch gemanipuleerde proefdieren die nooit gebruikt zijn in een proef. Zij zijn overbodig en worden daarom afgemaakt. Daarnaast worden ook nog eens vele honderden proefdieren gedood voor hun weefsel. Deze dieren tellen niet mee in de registratie.