Inhoud
Ook de kalkoenenindustrie wordt niet gecontroleerd op dierenwelzijn
Animal Rights vroeg de Nederlandse voedsel- en warenautoriteit NVWA om informatie openbaar te maken over door de NVWA uitgevoerde inspecties bij kalkoenenhouderijen vanaf 1 januari 2017. 1 Over deze periode van vijf jaar zijn slecht 54 documenten opgemaakt van 15 kalkoenbedrijven, een teken aan de wand. Meer dan 80% van deze documenten heeft niets met dierenwelzijn te maken. Wanneer er iets met betrekking tot dierenwelzijn werd geconstateerd was dat over het algemeen ‘bijvangst’ bij inspecties op administratieve malversaties.
Omdat we weten dat het antibiotica gebruik in de kalkoenenhouderij ontzettend hoog is en we recent nog verschrikkelijke omstandigheden filmden in Vlaamse kalkoenenhouderijen, waren we natuurlijk vooral nieuwsgierig naar hoe vaak de NVWA controleert op dierenwelzijn. Helaas blijkt dit zelden tot nooit te gebeuren. Praktisch alle inspecties hebben te maken met het bijhouden van de administratie door de veeboer, en niets met de omstandigheden voor de dieren.
In 2017 telde Nederland volgens het CBS 653.173 kalkoenen op 29 houderijen, in 2022 waren dat er 550.479 op 26 bedrijven. 2 De kans om als kalkoenhouderij gecontroleerd te worden, zeker als je je administratie op orde hebt, is minimaal.
I&R
De administratieve inspecties zijn er in twee soorten die vaak in combinatie worden uitgevoerd: De ‘Identificatie en registratie (I&R) van gevogelte’ (18 inspecties) en de 'Monitoring zoönotische Salmonella’ (9 inspecties). Deze vinden vaak zelfs telefonisch plaats.
De I&R rapporten gaan meestal over het niet tijdig (binnen 5 dagen) aanmelden van verplaatsingen van dieren in het registratiesysteem van AVINED, de aanvoer vanaf de broederij en de afvoer naar het slachthuis. Het gaat om de Artikelen 38dd en 38ff van de Regeling identificatie en registratie van dieren: “Een houder van gevogelte registreert iedere verplaatsing van gevogelte van of naar een inrichting waar hij gevogelte houdt” en “De houder registreert de gegevens binnen vijf werkdagen, te rekenen vanaf de dag na de dag van de verplaatsing.”
7 van de 10 uitgedeelde waarschuwingen sinds 2017 zijn voor overtredingen op dit vlak.
Zoönotische salmonella
Binnen de pluimveesector komen verschillende dierziekten voor waaronder salmonella. Sommige typen salmonella kunnen worden overgedragen van dieren op mensen. In dergelijke gevallen spreken we van zoönotische salmonella. Zoönotische salmonella kan bij mensen voedselvergiftiging veroorzaken. Uitbraak van deze ziekte kan een gevaar vormen voor de volksgezondheid. Natuurlijk ook voor de gezondheid van de kalkoenen, maar daar maalt niemand om.
Om een mogelijke besmetting van salmonella bij mensen via kalkoenen te voorkomen, is de houder verplicht om zijn dieren te monitoren. Het is een Europese verplichting via Verordening (EG) nr. 2160/2003. Bij kalkoenen moeten 3 weken voor de slacht monsters genomen worden. 1 2 3 4
1 van de 10 waarschuwingen was hiervoor.
-
Monitoring zoönotische salmonella inspectieresultaten 2021 ↩
-
Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers ↩
-
VERORDENING (EU) Nr. 1190/2012 VAN DE COMMISSIE van 12 december 2012 tot vaststelling van een doelstelling van de Unie voor het terugdringen van Salmonella enteritidis en Salmonella typhimurium bij koppels kalkoenen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad ↩
Vogelgriep & mestboekhouding
Daarnaast gaan nog drie rapporten over de controle op maatregelen tegen vogelgriep, waar kalkoenen net als eenden extra gevoelig voor zijn, en één document heeft betrekking op de mestadministratie van een kalkoenboer. Vijf documenten waren dubbel, vielen niet binnen de reikwijdte van het informatie verzoek, of hadden niets met kalkoenen te maken.
44 van de 54 documenten hebben niets van doen met welzijnsinspecties en 8 van de slechts 10 uitgedeelde waarschuwingen van de laatste vijf jaar waren voor administratieve overtredingen.
Hittestress
Op 25 juli 2019 moet in het Limburgse Bocholtz de brandweer er aan te pas komen om 9.000 kalkoenen in stallen waarin het 32 graden is, af te koelen, nadat de houder zelf al twee dagen bezig was om de temperatuur met nevelkanon en veldspuit omlaag te krijgen.
Dit zou afdoende moeten zijn om te concluderen dat de huisvesting niet voldoet, maar net als bij eenden grijpt de NVWA niet in.
Overbezetting
In Biddinghuizen gaat de kalkoenhouder over de bezettingsgraad-norm heen van 59 kg kalkoen per m2.
Daar ziet de NVWA weer allerlei excuses voor: “Enerzijds wordt dit veroorzaakt doordat Custers in de veronderstelling was dat de maximale norm 61 kg/m2 is, daarnaast is de door gecontroleerde gehanteerde rekenmethode anders dan de door de NVWA gehanteerde rekenmethode.”
Ook deze controle vond plaats omdat dit bedrijf structureel faalde in het administreren van verplaatsingen van de dieren.
In 2018 filmde Animal Rights hoe vol de stallen op dit bedrijf zitten. Op 24 maart 2020 kwamen hier 8.000 kalkoenkuikens om toen de stal waarin ze opgesloten zaten in de fik vloog.
Op 29 september 2017 vindt in Sevenum een hercontrole op overbezetting plaats. Deze is akkoord. De inspecteur: “Houder zet 10% minder dieren op.”
Dag- en nachtritme
Het ontbreken van een wettelijk verplicht dag- en nachtritme is een bekend probleem in de kalkoenhouderij. Kalkoenhouders zijn bang dat in het donker de kalkoenen elkaar kapot pikken. Om dezelfde reden wordt bij kalkoen nog altijd de snavelpunt afgebrand.
Artikel 2.76g van het Besluit houders van dieren zegt: “De lichtintensiteit in een ruimte bestemd voor vleeskalkoenen bedraagt op dierhoogte ten minste 20 lux, tenzij een lagere lichtsterkte tijdelijk noodzakelijk is om letsel als gevolg van pikkerij te voorkomen.”
Dat “tijdelijk” wordt al snel permanent.
In Uithuizen blijkt op 1 februari 2018 dat het dag- en nachtritme niet op orde is: “Er wordt gewerkt met een licht en donker periode. Echter is de donkerperiode ingeregeld met gedimd licht in plaats van volledig donker.” De NVWA vindt dit niet bezwaarlijk want: “Dit doet veehouder uit welzijnsoverwegingen.”
Op 14 februari 2018 blijkt dat in Hellum: “In de stallen de waarde van 20 lux niet gehaald kan worden.”
”In elke stallen zijn een aantal lampen defect. Gevolg hiervan is dat de vereiste 20 lux niet overal gehaald kan worden. In verband met pikkerij en het voorkomen van meer pikkerij was de verlichting al wel gedimd.”
Ook dit bedrijf werd gecontroleerd vanwege administratieve tekortkomingen: ”Sinds 26-10-2016 was geen melding van verplaatsing (aan- en afvoer) gemeld aan Avined.”
Ook bij een kalkoenboer in Helden was eerder de verlichting niet in orde, zo blijkt uit een hercontrole die wel akkoord is.
Animal Rights
Uit het feit dat bij kalkoenen de snavel ‘moet’ worden afgebrand, het antibioticagebruik enorm hoog is en de dieren niet kunnen worden voorzien van een dag- en nachtritme, blijkt dat kalkoenen ongeschikt zijn voor het houderijsysteem.
Zeker in het licht van deze grote welzijnsrisico’s is het voor Animal Rights onaanvaardbaar dat de NVWA deze sector niet controleert.