Inhoud
Oplossing: “… als een varken doodgaat laat ik het eerst een tijdje op de gang liggen om zeker te weten dat hij dood is voor ik hem aan de weg leg.”
Eind november berichtte Animal Rights dat in 2016 er tenminste 24 meldingen (11 varkens, 9 runderen en 4 kippen) van levend ter destructie aangeboden dieren zijn gedaan en in 2017 zeker 21 (9 varkens, 4 runderen, 5 kippen, 1 geit, 1 schaap en 1 konijn). In 2016 antwoordde toenmalig staatssecretaris van Dam op Kamervragen dat sinds 2009 het aantal meldingen per jaar van voor destructie aangeboden levende dieren van Rendac was gedaald van 35 naar 18 in 2015 en concludeerde daaruit dat de getroffen maatregelen hun uitwerking leken te hebben. Uit de door Animal Rights opgevraagde documenten blijkt dus dat er van verbetering helemaal geen sprake (meer) is.
Begin december kwam er voor 2016 nog een geval bij dat eerder niet openbaar was gemaakt door de NVWA, omdat de betrokken varkenshouder in eerste instantie bezwaar had gemaakt. Dit geval en vooral de verklaringen van de varkenshouder en de NVWA inspecteur zijn een goed voorbeeld van hoe de vee-industrie met dieren omgaat.
Wat dit geval duidelijk laat zien, is dat het hele vee-houderij systeem moreel failliet is. Er valt niets aan te verbeteren; het is een kankergezwel in onze maatschappij dat vernietigd dient te worden.
Rendac
Op 29 september 2016 constateert een chauffeur van destructiebedrijf Rendac dat een langs de kant van de weg “aangeboden varken niet dood was.”
De standaard brief die Rendac hiervoor gebruikt zegt: “Hierover bent u telefonisch geïnformeerd door onze transportplanning. Zoals u zult begrijpen mag het aanbieden van een niet dood dier ter destructie absoluut niet voorkomen. Wij willen u dan ook dringend verzoeken om er zorg voor te dragen dat herhaling niet zal optreden.”
Rendac laat daarnaast aan de boer weten dat ze verplicht is “betreffende zaken” te registreren en te melden bij de NVWA.
NVWA
De standaard reactie van de NVWA bij “betreffende zaken” is een waarschuwing uit te delen. Door het aanbieden van een levend varken bij Rendac heeft de varkensfokker “het welzijn van dit dier zonder redelijk doel benadeeld. Dit is een overtreding van artikel 2.1. eerste lid van de Wet dieren, gelet op artikel 2.1, derde lid van de Wet dieren en artikel 1.3 van het Besluit houders van dieren.”
Uit de door Animal Rights opgevraagde documenten blijkt dus dat er van verbetering helemaal geen sprake (meer) is.
Varkensboer & NVWA
De NVWA is op 24 oktober, dus bijna een maand na de misdaad, bij de varkensfokker langs gegaan om zijn verklaring op te nemen. In de stallen zijn ze volgens het opgestelde inspectierapport niet geweest.
De verklaring van de boer: “Ik vond het verschrikkelijk toen ik hoorde dat er een levend varken aan de weg lag. Ik stond er de dag ervoor bij toen het varken, volgens mij, zijn laatste adem uitblies. Je kent het wel, ze stuiptrekken dan ook. Ik heb geen hartslag meer gevoeld bij dit varken en hij ademde ook niet meer. Ik heb al bedacht hoe ik dit in de toekomst ga voorkomen, want dit wil ik nooit meer meemaken. Het gebeurt niet vaak dat je erbij bent als een varken doodgaat, maar als het gebeurt, laat ik het varken eerst een tijdje op de gang liggen om zeker te weten dat hij dood is voor ik hem aan de weg leg.”
De NVWA inspecteur schrijft er vervolgens, zonder een spoortje van ironie, onder: “Dit was een melding mbt een levend kadaver. Veehouder is serieus bezig en heeft een oplossing gevonden om dit in de toekomst te voorkomen.”
Animal Rights
Dit is dus het niveau waarop varkensfokkers en NVWA bezig zijn met dierenmishandeling. Moeten we het nog hebben over “levend kadaver”? Of over het feit dat varkensfokker en NVWA inspecteur bovenstaande kwalificeren als “oplossing”?
Wat dit geval duidelijk laat zien, is dat het hele vee-houderij systeem moreel failliet is. Er valt niets aan te verbeteren; het is een 'kankergezwel' in onze maatschappij dat vernietigd dient te worden.