Inhoud
Probleemwolven? Groningen heeft eerder een loslopende honden probleem
Animal Rights vraagt geregeld de taxatierapporten op van BIJ12, de overheidsinstantie die voor de provincies schadeafhandelingen regelt, gemelde ‘schade’ als gevolg van wolven. Uit de analyse van Animal Rights van de rapporten uit Groningen blijkt dat de provincie eerder een probleem heeft met loslopende honden die schapen aanvallen dan met wolven.
De provincie Groningen kende al haar eerste wolf aanvallen in 2015. Op 9 maart dat jaar werden schapen het slachtoffer in Termunten en Holwierda. De eerst volgende aanval binnen de provincie grenzen was in Finsterwolde in september 2017. Er waren er drie in mei 2018 in Marum (twee maal) en Zevenhuizen en vervolgens één eind november 2019 in Onnen. Een andere gemelde aanval eerder in november 2019 in Finsterwolde bleek na DNA onderzoek het werk van een hond te zijn.
Relatief veel van de in Groningen bij BIJ12 gemelde ‘wolf’ aanvallen blijken achteraf afkomstig van hond, vos of, recentelijk, goudjakhals. Ook worden veel aanvallen gelabeld als van een ‘onbekende diersoort’ of ‘vermoedelijk wolf’.
Dat bij veel schademeldingen achteraf niets valt te zeggen over de ‘dader’ ligt vaak aan de veehouder zelf: de slachtoffers worden versleept, niet afgedekt tegen weersomstandigheden, of pas na dagen ontdekt. Dit is allemaal funest voor DNA afname en dus identificering van het roofdier.
In 2020 werden er bij BIJ12 vijf aanvallen gemeld uit Groningen, maar in Nuis (7/6) en Overschild (23/11 en 24/11) ging het om honden. In Haren (23/8) was de dader onbekend en alleen in Delfzijl (10/6) staat vast dat het om een wolf ging.
In 2021 waren er twee meldingen, Zevenhuizen (31/7) en Overschild (9/11), maar ging het in beide gevallen opnieuw om een hond.
In 2022 werden 20 aanvallen gemeld bij BIJ12, waarbij het éénmaal om een vos ging, driemaal om een hond en achtmaal was de diersoort onbekend. Viermaal ging het vermoedelijk om een wolf en eveneens viermaal werd een wolf daadwerkelijk geïdentificeerd. Dat was in maart en april van dat jaar in De Wilp (2x), Sellingen en en Overschild.
Van de twaalf aanvallen in 2023, een daling ten opzichte van 2022 (!), ging het tweemal om een goudjakhals, zesmaal om een hond, driemaal onbekend/geen resultaat en éénmaal om vermoedelijk een wolf.
Het aantal aanvallen door loslopende honden op vee ligt waarschijnlijk veel hoger dan uit deze cijfers naar voren komt. Een aanval waarbij het vaststaat dat het om een hond gaat, bijvoorbeeld omdat deze wordt waargenomen of de hondeneigenaar(s) zich melden, wordt natuurlijk niet bij BIJ12 gemeld als potentiële wolf aanval en dus ook niet in deze analyse meegenomen.
Bij geen van de aanvallen, wolf of niet, was er sprake van een afrastering die ook maar in de verte in de buurt kwam van een ‘wolfwerend’ hek. Ondanks bijna 10 jaar ‘ervaring’ met wolven in Groningen nemen veehouders nog altijd geen maatregelen tegen roofdieren.
Voor de uitkering van schadevergoeding maakt het na bijna 10 jaar nog altijd niet uit of een houder zijn dieren tracht te beschermen achter een goed geplaatst en goed onderhouden wolfwerend raster, of als een smakelijk hapje voor de wolf opdient achter één of twee touwtjes. De NVWA weigert nog altijd op te treden tegen dierhouders die op deze wijze de wet overtreden. Artikel 1.6, derde lid, van het Besluit houders van dieren bepaalt immers dat een dier, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, door de houder bescherming moet worden geboden tegen slechte weersomstandigheden, gezondheidsrisico’s en zo nodig roofdieren. Animal Rights heeft hiervoor diverse handhavingsverzoeken lopen en wacht op zittingsdata van de rechtbank.
Animal Rights wil dat schade uitkeringen afhankelijk worden van genomen, beschermende maatregelen en tracht de NVWA te dwingen tot handhaving op het gebied van de beschermplicht van dierhouders. Animal Rights deelt de opinie van de NVWA dat dierhouders natuurlijk zelf de hoofdverantwoordelijken zijn als het gaat om het beschermen van de dieren.