Main content

Inhoud

WORLD WILDLIFE DAY: zaadbommen

Nieuws: 3 maart 2021
Jacht

De eerste stap in het zorgen voor wilde dieren, is zorgen voor meer natuur! Weg met grijze stenen en morsdode gazons, bloemen, bomen en struiken brengen leven in ons door mensen gedomineerde landschap. Ze trekken insecten aan die een voedselbron vormen voor vogels, vleermuizen en andere zoogdieren en voorzien in beschutting. Omdat het op 3 maart World Wildlife Day is, geven we een handleiding om zelf zaadbommen te maken die je op plekken kunt gooien die meer groen kunnen gebruiken.

Lees ook hoe je zelf vetbollen maakt.

Wat is het?

Een zaadbom is geen explosief, maar een klein balletje gemaakt van een mengeling van bloemenzaad, compost en klei. De bedoeling is de "bommen" te verspreiden op plekken waar je moeilijk bijkomt, zoals achter een hek rond een braakliggend terrein, bermen of langs spoorwegen. Het voordeel van de bommetjes is dat ze compost en vocht bevatten die de zaadjes alvast van voeding voorzien om hen te helpen ontkiemen.

Je verspreidt de zaadbommen best in het voorjaar op een zonnige plek, waar er niet regelmatig gemaaid wordt en er niet heel veel passage is. Indien mogelijk kun je nog wat extra water geven om te helpen bij de ontkieming. Na 1 à 2 weken zouden de zaadjes moeten uitkomen!

Waar moet je op letten?

Als je van plan bent om de zaadbommen niet in je eigen tuin, maar op publiek terrein te gooien, zorg er dan voor dat je inheemse biologische zaden gebruikt. Niet alle commercieel verkrijgbare mengsels voor bloemenweides bestaan enkel uit inheemse planten. Een paar voorbeelden van inheemse planten die interessant zijn voor insecten: duizendblad, korenbloem, klaproos, weegbree, kaasjeskruid, margrieten, kamille en knoopkruid. Het is aan te raden te kiezen voor een bloemenmengsel dat geschikt is voor schrale gronden, aangezien de meeste braakliggende terreinen heel voedselarm zijn. Via Cruydt-Hoeck of Ecoflora zijn er een aantal zadenmengsels te koop.

Gooi je zaadbommen niet in natuurgebieden, maar in bermen, langs spoorwegen, op een braakliggend terrein, ... In de stad zijn er plekjes genoeg te vinden die wat groen kunnen gebruiken.

Hoe doe je het?

Het is heel makkelijk, binnen het half uur heb je je eigen zaadbommen. Je hebt slechts drie ingrediënten nodig:

  • Een half kopje gemengde zaden
  • Twee kopjes compost. Potgrond kan ook, maar de meeste soorten bevatten turf, wat niet ecologisch is. Bij de ontginning van turf gaan immers veengebieden, die een eeuwenoude habitat vormen, verloren. Kokosaarde is ecologischer, maar moeilijker te verwerken.
  • Een kopje klei. Als alternatief kun je leem of zelfs klompvormende, biologisch afbreekbare kattenbakvulling gebruiken.

Meng alles in een kom, voeg voorzichtig water toe zodat het geheel gaat kleven maar ook niet te nat wordt. Maak balletjes ter grootte van een pingpongbal. Laat de balletjes een dagje te drogen in de zon.

Als je zaadbommen klaar zijn voor gebruik, kun je ze gaan verspreiden. Zoek een geschikt terrein uit en gooi ze gewoon waar je ze hebben wil. Veel plezier met tuinieren!